In het kader van het tweede middel is de Commissie van mening dat het door artikel 38 CIRS verleende voordeel, gelet op artikel 49 VWEU en artikel 31 EER-Overeenkomst, niet beperkt mag blijven tot gevallen waarin de vennootschap die de activa ontvangt haar statutaire of feitelijke zetel in Portugal heeft.
Zum zweiten Klagegrund führt die Kommission aus, dass die in Art. 38 des CIRS vorgesehene Vergünstigung angesichts von Art. 49 AEUV und Art. 31 des EWR-Abkommens nicht auf die Fälle beschränkt werden dürfe, in denen die Gesellschaft, die die Aktiva erhalte, ihren Sitz oder ihre tatsächliche Leitung in Portugal habe.