De vordering ten opzichte van de aansprakelijke derde die tegelijkertijd een misdrijf uitmaakt, verjaart door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op de kennisname door de benadeelde van de identiteit van de dader of van de schade en uiterlijk door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, p. 32).
Die Forderung gegenüber haftenden Dritten, die gleichzeitig eine Straftat begehen, verjährt nach fünf Jahren ab dem Tag, nach dem die geschädigte Person Kenntnis von der Identität des Straftäters oder vom Schaden erhält, und spätestens zwanzig Jahre ab dem Tag nach demjenigen, an dem sich die zu dem Schaden führende Tat ereignet hat » (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, S. 32).