Traduction de «vermelde ambtenaren agenten » (Néerlandais → Allemand) :

Het stakingsbevel wordt opgelegd door de in artikel 6.1.5 vermelde ambtenaren, agenten of officieren van de gerechtelijke politie, onder de controle van de rechtbank, en laat toe dat de werken worden stilgelegd wanneer er aanwijzingen zijn dat er een strafbaar feit is gepleegd in de zin van artikel 6.1.1, of wanneer niet is voldaan aan de verplichting van artikel 4.7.19, § 4, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Die Unterlassungsanordnung wird durch die in Artikel 6.1.5 erwähnten Gerichtspolizeibeamten, -bediensteten oder -offiziere unter der Kontrolle des Gerichts auferlegt und erlaubt es, dass die Arbeiten eingestellt werden, wenn es Hinweise darauf gibt, dass eine Straftat im Sinne von Artikel 6.1.1 begangen wurde, oder wenn die Verpflichtung nach Artikel 4.7.19 § 4 des Flämischen Raumordnungskodex nicht erfüllt wurde.

« De in artikel 6.1.5 vermelde ambtenaren, agenten of officieren van gerechtelijke politie kunnen mondeling ter plaatse de onmiddellijke staking van het werk, van de handelingen of van het gebruik bevelen indien zij vaststellen dat het werk, de handelingen of de wijzigingen een inbreuk vormen, vermeld in artikel 6.1.1, of wanneer niet voldaan is aan de verplichting van artikel 4.7.19, § 4 ».
« Die in Artikel 6.1.5 erwähnten Beamten, Bediensteten oder Gerichtspolizeioffiziere können vor Ort mündlich die sofortige Unterlassung der Arbeiten, der Handlungen oder der Benutzung anordnen, wenn sie feststellen, dass die Arbeiten, die Handlungen oder die Änderungen einen Verstoss im Sinne von Artikel 6.1.1 darstellen oder wenn die Verpflichtung von Artikel 4.7.19 § 4 nicht eingehalten wird ».

De ambtenaren van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid en agenten van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid die minstens tot de klasse A1 behoren, worden eveneens vermeld, om mogelijke tijdelijke tekorten aan personeel op te vangen.
Die Beamten der Generaldirektion Sicherheits- und Vorbeugungspolitik sowie die Bediensteten der Generaldirektion Sicherheits- und Vorbeugungspolitik, die mindestens der Klasse A1 angehören, werden ebenfalls erwähnt, um mögliche zeitweilige Personalmängel aufzufangen.

« Schendt artikel 12 van het decreet van 20 juli 1831 op de drukpers de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van België in zoverre het de verjaringstermijn van de strafvordering beperkt tot drie maanden in geval van laster of belediging jegens openbare ambtenaren, of jegens lichamen, dragers of agenten van het openbaar gezag of jegens elk ander gesteld lichaam, terwijl, met toepassing van met name artikel 21 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 443 en 444 van het Strafwetboek, die termijn vijf jaar bedraagt voor laster gericht tegen private personen die aldus zijn vermeld in artikel 4 van hetzelfde decreet ?
« Verstösst Artikel 12 des Dekrets vom 20. Juli 1831 über die Presse gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung Belgiens, insofern er die Verjährungsfrist der Strafverfolgung auf drei Monate beschränkt im Falle der Verleumdung oder Beleidigung von Beamten oder Körperschaften, Träger oder Vertreter der öffentlichen Gewalt oder jeder anderen konstituierten Körperschaft, während in Anwendung von - insbesondere - Artikel 21 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches und den Artikeln 443 und 444 des Strafgesetzbuches sich diese Frist auf fünf Jahre beläuft im Falle der Verleumdung von Privatpersonen, wie erwähnt in Artikel 4 desselben Dekrets?

« Schendt artikel 12 van het decreet van 20 juli 1831 op de drukpers de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van België in zoverre het de verjaringstermijn van de strafvordering beperkt tot drie maanden in geval van laster of belediging jegens openbare ambtenaren, of jegens lichamen, dragers of agenten van het openbaar gezag of jegens elk ander gesteld lichaam, terwijl, met toepassing van met name artikel 21 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 443 en 444 van het Strafwetboek, die termijn vijf jaar bedraagt voor laster gericht tegen private personen die aldus zijn vermeld in artikel 4 van hetzelfde decreet ?
« Verstösst Artikel 12 des Pressedekrets vom 20. Juli 1831 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung Belgiens, insofern er die Verjährungsfrist der Strafverfolgung auf drei Monate beschränkt im Falle der Verleumdung oder Beleidigung von Beamten oder Körperschaften, Träger oder Vertreter der öffentlichen Gewalt oder jeder anderen konstituierten Körperschaft, während in Anwendung von - insbesondere - Artikel 21 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches und den Artikeln 443 und 444 des Strafgesetzbuches sich diese Frist auf fünf Jahre beläuft im Falle der Verleumdung von Privatpersonen, wie erwähnt in Artikel 4 desselben Dekrets?