Uit de vernietiging van de artikelen 6, 15, 16 en 17, die terugwerkende kracht heeft, volgt dat de prejudiciële vragen geformuleerd in het kader van de zaken nrs. 4673 en 4674, vermeld in B.3.3.2, in het kader van de zaak nr. 4706, vermeld in B.3.4.2, en in het kader van de zaken nrs. 4707 en 4708, vermeld in B.3.5.2, thans zonder voorwerp zijn.
Aus der Nichtigerklärung der Artikel 6, 15, 16 und 17, die rückwirkende Kraft hat, ergibt sich, dass die Vorabentscheidungsfragen im Rahmen der Rechtssachen Nrn. 4673 und 4674, die in B.3.3.2 erwähnt sind, der Rechtssache Nr. 4706, die in B.3.4.2 erwähnt ist, und der Rechtssachen Nrn. 4707 und 4708, die in B.3.5.2 erwähnt sind, nunmehr gegenstandslos sind.