In afwijking van artikel 3, leden 1 en 2, bepalen de lidstaten dat op verzoek van de trekkerfabrikant en mits de goedkeuringsinstantie de nodige toestemming voor het in de handel brengen heeft verleend overeenkomst
ig de in bijlage IV vermelde procedures, mag een beperkt aantal trekkers die uitgerust zijn met motoren die zijn goedgekeurd overeenkomstig de v
oorschriften van de emissiegrenswaarden van de fase die
onmiddellijk aan de toepasselijke fase voorafgaat, in gebruik w
...[+++]orden genomen.
Abweichend von Artikel 3 Absätze 1 und 2 sehen die Mitgliedstaaten vor, dass auf Antrag eines Zugmaschinenherstellers und unter der Bedingung, dass die Genehmigungsbehörde die einschlägige Erlaubnis zum Inverkehrbringen nach dem in Anhang IV festgelegten Verfahren erteilt hat, eine begrenzte Anzahl von Zugmaschinen, die mit Motoren ausgestattet sind, die nach den Anforderungen der Emissionsgrenzwertstufe genehmigt wurden, die der gegenwärtig geltenden Stufe unmittelbar vorausging, in Betrieb genommen werden darf.