Vermits de academische vrijheid begrepen is in twee grondwettelijke bepalingen waarvan het Hof de naleving dient te verzekeren, staat het aan het Hof na te gaan of de in het derde middel bestreden bepalingen de academische vrijheid niet op onevenredige wijze beperken.
Da die akademische Freiheit von zwei Verfassungsbestimmungen getragen wird, deren Einhaltung der Hof zu gewährleisten hat, obliegt es dem Hof zu prüfen, ob die im dritten Klagegrund angefochtenen Bestimmungen die akademische Freiheit nicht unverhältnismässig einschränken.