Wanneer de betrokkene het vermoeden van illegaal verblijf niet weerlegt, kan hij door de bevoegde autoriteiten van het grondgebied van de betrokken lidstaten worden verwijderd.
Kann der Betreffende die Annahme des illegalen Aufenthalts nicht widerlegen, können die zuständigen Behörden ihn aus dem Hoheitsgebiet des betreffenden Mitgliedstaats ausweisen.