In punt 42 van het bestreden arrest heeft het Gerecht opgemerkt dat noch de uitspraak van de Court of Appeal van 7 mei 2008, noch het besluit van de Home Secretary van 23 juni 2008 automatisch en onmiddellijk invloed heeft gehad op het destijds geldende besluit 2007/868/EG van de Raad van 20 december 2007 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 en tot intrekking van besluit 2007/445/EG (PB L 340, blz. 100), aangezien dat besluit van kracht bleef, met kracht van we
t, op grond van het vermoeden van rechtsgeldigheid van de handelingen van de Unie, zolang het niet was ingetrokken, in het kader van een beroep tot ni
...[+++]etigverklaring nietig was verklaard of in het kader van een prejudiciële verwijzing of een exceptie van onwettigheid ongeldig was verklaard.In Randnr. 42 des angefochtenen Urteils hat das Gericht dargelegt, weder das Urteil des Court of Appeal vom 7. Mai 2008 noch die Verordnung des Home Secretary vom 23. Juni 2008 hätten sich automatisch und unmittelbar auf den seinerzeit geltenden Beschluss 2007/868/EG des Rates vom 20. Dezember 2007 zur Durchführung von Artikel 2 Absatz 3 der Verordnung Nr. 2580/2001 und zur Aufhebung des Beschlusses 2007/445/EG (ABl. L 340, S. 100) ausgewirkt, da dieser Beschluss nach dem für Rechtsak
te der Union geltenden Grundsatz der Vermutung ihrer Rechtmäßigkeit fortgegolten habe, solange er nicht zurückgenommen, im Rahmen einer Nichtigkeitsklage
...[+++] für nichtig erklärt oder infolge eines Vorabentscheidungsersuchens oder einer Rechtswidrigkeitseinrede für ungültig erklärt worden sei.