Wat ten slotte het beroep tot vernietiging voor de Raad van State tegen het koninklijk besluit van 28 oktober 1994 betreft, heeft de geldigverklaring van de individuele afhoudingen tot gevolg dat de verzoekers dreigen hun belang te verliezen en zal zij in elk geval aan een eventuele vernietiging haar nuttig effect ontnemen.
Was schliesslich die Nichtigkeitsklage vor dem Staatsrat gegen den königlichen Erlass vom 28. Oktober 1994 betrifft, so hat die Gültigerklärung der individuellen Einbehaltungen zur Folge, dass die Kläger Gefahr laufen, ihr Interesse zu verlieren, und wird sie auf jeden Fall eine eventuelle Nichtigerklärung unwirksam machen.