Op 26 augustus 2010 hebben de rechters-verslaggevers R. Henneuse en E. Derycke, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdend in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is en, voor het overige, dat het Hof klaarblijkelijk niet bevoegd is om kennis te nemen van de andere onderwerpen van het verzoekschrift.
Am 26. August 2010 haben die referierenden Richter R. Henneuse und E. Derycke in Anwendung von Artikel 71 Absatz 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof den Vorsitzenden davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, dem in beschränkter Kammer tagenden Hof vorzuschlagen, ein Urteil zu verkünden, in dem festgestellt wird, dass die Klage auf Nichtigerklärung offensichtlich unzulässig ist, und im Ubrigen, dass der Hof offensichtlich nicht dafür zuständig ist, über die weiteren Gegenstände der Klageschrift zu befinden.