12. beklemtoont dat in het bijzonder de nadruk moet worden gelegd op het onderzoek van misdaden tegen strijders voor de mensenrechten, advocaten, procureurs, rechters en degenen die een verzoek hebben ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en hun gezinsleden;
12. betont, dass besonderer Wert auf die Aufklärung von Verbrechen gelegt werden muss, die gegen Menschenrechtsaktivisten, Rechtsanwälte, Staatsanwälte, Richter und Personen, die Beschwerden an den Europäischen Gerichtshof für Menschenrechte gerichtet haben, und deren Angehörige verübt wurden;