Uit de ontvangen kennisgevingen blijkt dat negen lidstaten zich alleen op de toepasselijkheid van het gelijkwaardigheidsbeginsel hebben gericht (artikel 3, lid 1), maar geen nadere gegevens hebben verschaft over het soort rechtsgevolgen dat zij aan eerdere in het buitenland uitgesproken veroordelingen verbinden of over de fase van het strafproces (de fase die aan het strafproces voorafgaat, het strafproces zelf of de tenuitvoerlegging van de veroordeling) waarin deze gevolgen in hun nationale strafrechtsstelsel van toepassing zijn (artikel 3, lid 2): BG, CZ, EE, HU, FR, LU, PL, RO en SK.
Aus den eingegangenen Mitteilungen geht hervor, dass sich neun Mitgliedstaaten lediglich auf die Anwendung des Gleichwertigkeitsprinzips (Artikel 3 Absatz 1) konzentrieren, ohne dabei weitere Angaben darüber zu machen, welche Art von Rechtswirkungen frühere ausländische Verurteilungen entfalten und in welcher Phase des Verfahrens (vor dem Strafverfahren, im Strafverfahren selbst, bei der Strafvollstreckung) diese Rechtswirkungen nach nationalem Strafrecht gelten (Artikel 3 Absatz 2): BG, CZ, EE, HU, FR, LU, PL, RO und SK.