Voorts kan een lidstaat, om rekening te houden met het feit dat bepaalde sectoren misschien heterogeen zijn in termen van elektriciteitsintensiteit, een onderneming opnemen in zijn nationale regeling waarbij kortingen worden toegekend op de kosten veroorzaakt door steun voor hernieuwbare energie, indien die onderneming een elektriciteitsintensiteit van ten minste 20 % heeft (86) en deel uitmaakt van een sector met een handelsintensiteit van ten minste 4 % op Unieniveau, ook al behoort die onderneming niet tot een van de in bijlage 3 genoemde sectoren (87).
Um ferner einer möglichen Heterogenität der Stromintensität eines bestimmten Wirtschaftszweigs Rechnung zu tragen, kann ein Mitgliedstaat ein Unternehmen in seiner nationalen Regelung berücksichtigen, in deren Rahmen Ermäßigungen für Kosten in Verbindung mit der Finanzierung der Förderung erneuerbarer Energien gewährt werden; das Unternehmen muss allerdings eine Stromintensität von mindestens 20 % (86) aufweisen und einem Wirtschaftszweig mit einer Handelsintensität von mindestens 4 % auf Unionsebene angehören, selbst wenn das Unternehmen nicht in einem der in Anhang 3 genannten Wirtschaftszweige angesiedelt ist (87).