O. overwegende dat de nieuwe bevoegdheden van de Europese Unie, en met name van het Europees Parlement op terreinen als internationale overeenkomsten inzake politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, een versterking vereisen van het wettelijk kader van de artikelen 4 en 9 van Verordening 1049/2001, zodat de veiligheid van de EU naar behoren kan worden gewaarborgd terwijl tegelijkertijd volledige controle wordt toegekend aan het Europees Parlement als vertegenwoordiger van de Europese burgers;
O. in der Erwägung, dass die neuen Befugnisse der Europäischen Union und insbesondere des Europäischen Parlaments in Bereichen wie internationalen Abkommen betreffend die polizeiliche und justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen einen in Artikel 4 und 9 der Verordnung (EG) Nr. 1049/01 zu verankernden, zwingenderen Rechtsrahmen erfordern, damit die Sicherheit der EU ordnungsgemäß gewahrt und gleichzeitig eine umfassende Kontrolle des Europäischen Parlaments als Vertreter der europäischen Bürger gewährleistet werden kann,