De procedures voor de certificatie van de luchtwaardigheid overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008, wanneer toegepast op de in artikel 1, lid 2, onder b) en c), van deze verordening bedoelde aan boord van luchtvaartuigen aanwezige onderdelen, worden evenwel als aanvaardbare procedures beschouwd voor de beoordeling van de conformiteit van deze onderdelen mits daarbij wordt aangetoond dat zij voldoen aan de interoperabiliteits-, prestatie- en veiligheidseisen van deze verordening.
Jedoch gelten Verfahren für die Erteilung von Lufttüchtigkeitszeugnissen im Sinne der Verordnung (EG) Nr. 216/2008, angewandt auf in Artikel 1 Absatz 2 Buchstaben b und c genannte an Bord eingesetzte Komponenten als zulässige Verfahren für die Bewertung der Konformität dieser Komponenten, wenn sie den Nachweis der Übereinstimmung mit den Anforderungen dieser Verordnung im Hinblick auf Interoperabilität, Leistung und Sicherheit einschließen.