De totale capaciteit van de vloot van een lidstaat zoals vermeld in de afgegeven vergunningen moet in overeenstemming zijn met die beperkingen en mag met name niet groter zijn dan de niveaus die voortvloeien uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1438/2003 van de Commissie van 12 augustus 2003 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van het gemeenschappelijk vlootbeleid als omschreven in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad (3) en Verordening (EG) nr. 2104/2004 van de Commissie van 9 december 2004 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten.
Die Gesamtkapazität der Flotte eines Mitgliedstaats, ausgedrückt in den erteilten Lizenzen, darf diese Begrenzungen und insbesondere die Niveaus, die sich aus der Anwendung der Verordnung (EG) Nr. 1438/2003 der Kommission vom 12. August 2003 mit Durchführungsbestimmungen zur Flottenpolitik der Gemeinschaft in Anwendung von Kapitel III der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates (3) und der Verordnung (EG) Nr. 2104/2004 der Kommission vom 9. Dezember 2004 mit Durchführungsbestimmungen zur Verordnung (EG) Nr. 639/2004 des Rates zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten ergeben, nicht überschreiten.