8. laakt het feit dat het verslag van de Commissie concludeert dat de bewijsverkrijging door Verordening (EG) nr. 1206/2001 over de hele linie is verbeterd, waardoor een verkeerde voorstelling van zaken wordt gegeven; vraagt de Commissie daarom met klem praktische steun te verlenen, onder andere in het kader van de e-justitiestrategie, en meer inspanningen te leveren om het ware potentieel van de verordening te verwezenlijken met het oog op een betere werking van het civiel recht voor burgers, ondernemingen, beroepsbeoefenaars en rechters;
8. rügt, dass der Bericht der Kommission zu der Schlussfolgerung kommt, die Beweisaufnahme habe sich durch die Verordnung (EG) Nr. 1206/2001 in jeder Hinsicht verbessert und damit ein falsches Bild der Situation darstellt; fordert daher die Kommission auf, verstärkte Anstrengungen zu unternehmen, um das Potential der Verordnung für die Verbesserung der Tätigkeit der Zivilgerichtsbarkeit für Bürger, Unternehmen, Anwälte und Richter voll auszuschöpfen, unter anderem im Zusammenhang mit der Strategie für die e-Justiz praktisch zu unterstützen;