Bij wijze van afwijking mogen de lidstaten steekproefsgewijze in plaats van continumetingen verrichten voor zwevende deeltjes en lood, indien ze ten genoegen van de Commissie kunnen aantonen dat de nauwkeurigheid van de betrouwbaarheidsinterval van 95 % met betrekking tot continue controle ten minste 10 % bedraagt.
Bei Partikeln und Blei können die Mitgliedstaaten jedoch Stichprobenmessungen anstelle von kontinuierlichen Messungen durchführen, wenn sie der Kommssion gegenüber nachweisen können, daß die Genauigkeit mit einem Vertrauensbereich von 95 % in bezug auf kontinuierliche Messungen bei 10 % liegt.