Traduction de «verrichtingen benadrukt nogmaals » (Néerlandais → Allemand) :

3. vindt het zorgelijk dat de Rekenkamer een verklaring met beperking heeft afgegeven voor de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die aan deze rekening ten grondslag liggen, op grond van het feit dat de gemeenschappelijke onderneming niet in staat was te beoordelen of de strategie voor controle achteraf voldoende zekerheid biedt over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen; benadrukt nogmaals dat de gemeenschappelijke onderneming de kwaliteit van haar controles achteraf onverwijld moet verbeteren, met name wat betreft subsidiebeheer, en verlangt dat de kwijtingsautoriteit op de hoogte wordt gesteld van de resultaten van de volgende door de gemeenschappelijke onderneming uitgevoerde controleprocedures achteraf; verwacht dat de Rekenkamer via haar onafhankelijke controles in staat zal zijn de kwijtingsautoriteit haar eigen standpunt te bezorgen betreffende de doelmatigheid van de strategie van de gemeenschappelijke onderneming op het gebied van controles achteraf;
3. ist besorgt darüber, dass das Prüfungsurteil des Rechnungshofs über den Jahresabschluss des Gemeinsamen Unternehmens, was die Rechtmäßigkeit und Ordnungsmäßigkeit der diesem Jahresabschluss zugrundeliegenden Vorgänge betrifft, mit einer Einschränkung versehen wurde, da das Gemeinsame Unternehmen nicht beurteilen konnte, ob die Ex-post-Prüfungsstrategie ausreichende Gewähr für die Rechtmäßigkeit und Ordnungsmäßigkeit der zugrundeliegenden Vorgänge bietet; bekräftigt, dass das Gemeinsame Unternehmen insbesondere bei der Verwaltung von Finanzhilfen unverzüglich für bessere Ex-ante-Kontrollen sorgen sollte, und fordert, dass die Entlastungsbehörde über die Ergebnisse des nächsten Ex-post-Prüfungsverfahrens unterrichtet wird, welches das Gemeinsame Unternehmen durchführt; geht davon aus, dass der Rechnungshof auf der Grundlage seiner unabhängigen Rechnungsprüfungen der Entlastungsbehörde seinen eigenen Standpunkt zur Wirksamkeit der Ex-post-Prüfungsstrategie des Gemeinsamen Unternehmens wird darlegen können;

71. benadrukt nogmaals de noodzaak van een versterkte samenwerking en nauwere contacten met internationale organisaties ten aanzien van de gevonden fouten bij door hen uitgevoerde verrichtingen en van een discussie over de in de toekomst gezamenlijk te nemen maatregelen om deze fouten te voorkomen;
71. bekräftigt, dass die Zusammenarbeit mit und die Kontakte zu internationalen Organisationen in Bezug auf die Fehler, die in den von ihnen umgesetzten Vorgängen festgestellt werden, gestärkt werden müssen und dass über die Maßnahmen diskutiert werden muss, die in Zukunft gemeinsam ergriffen werden müssen, um diese Fehler zu verhindern;

3. herinnert eraan dat de gemeenschappelijke onderneming in 2010 een strategie voor controles achteraf heeft vastgesteld die een essentieel hulpmiddel vormt voor de beoordeling van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en die sinds 2011 wordt toegepast; wijst erop dat de controle op declaraties van projectkosten is gedelegeerd aan de nationale financierende autoriteiten van de lidstaten, doch dat de met de nationale financierende autoriteiten gesloten administratieve overeenkomsten geen praktische regelingen omvatten voor deze controles; verneemt voorts van de gemeenschappelijke onderneming dat de diverse financieringsregelingen en nationale voorschriften die van toepassing zijn in de verschillende lidstaten ertoe leiden dat controle achteraf alleen mogelijk is bij afgeronde projecten, en verlangt op de hoogte te worden gesteld van de resultaten van de uitgevoerde controles; benadrukt nogmaals dat de gemeenschappelijke onderneming de kwaliteit van haar controles achteraf onverwijld moet verbeteren, met name wat betreft subsidiebeheer, en verlangt dat de kwijtingsautoriteit op de hoogte wordt gesteld van de resultaten van de volgende door de gemeenschappelijke onderneming uitgevoerde controleprocedures achteraf;
3. erinnert daran, dass das Gemeinsame Unternehmen 2010 eine Ex-post-Prüfungsstrategie annahm, die wesentlich für die Bewertung der Rechtmäßigkeit und Ordnungsmäßigkeit der zugrundeliegenden Vorgänge ist und mit deren Umsetzung 2011 begonnen wurde; stellt fest, dass die Prüfung von Projektkostenaufstellungen den nationalen Förderstellen der Mitgliedstaaten übertragen wurde, die mit den nationalen Förderstellen geschlossenen Verwaltungsvereinbarungen jedoch keine praktischen Modalitäten für die Ex-post-Prüfungen enthalten; stellt im Zusammenhang mit dem Gemeinsamen Unternehmen außerdem fest, dass aufgrund der verschiedenen Finanzierungssysteme und nationalen Rechtsvorschriften in den einzelnen Mitgliedstaaten eine Ex-post-Prüfung nur bei abgeschlossenen Projekten möglich ist, und fordert, über die Ergebnisse der durchgeführten Prüfungen unterrichtet zu werden; weist erneut darauf hin, dass das Gemeinsame Unternehmen unverzüglich die Qualität seiner Ex-ante-Kontrollen verbessern sollte, insbesondere bei der Verwaltung der Finanzhilfen; fordert, dass die Entlastungsbehörde über die Ergebnisse der folgenden Ex-post-Prüfvorgänge des Gemeinsamen Unternehmens unterrichtet wird;

6. acht het zorgelijk dat de Rekenkamer een verklaring met beperking heeft afgegeven voor de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die aan deze rekening ten grondslag liggen, op grond van het feit dat het foutenpercentage dat op basis van de controles achteraf werd vastgesteld 6,16% bedroeg; wijst erop dat de gemeenschappelijke onderneming controles achteraf heeft uitgevoerd met betrekking tot 44 300 000 EUR (18,8% van alle kostendeclaraties die de gemeenschappelijke onderneming gedurende de drie jaar sinds 2008 heeft ontvangen); betreurt dat het foutenpercentage dat op basis van deze controles achteraf werd vastgesteld 6,16% bedroeg, en 4,09% wanneer rekening wordt gehouden met de uitgevoerde corrigerende maatregelen zoals een terugvorderingsmechanisme; benadrukt nogmaals dat de gemeenschappelijke onderneming de kwaliteit van haar controles vooraf met betrekking tot subsidiebeheer onverwijld moet verbeteren; verlangt dat de kwijtingsautoriteit op de hoogte wordt gesteld van de resultaten van de volgende door de gemeenschappelijke onderneming uitgevoerde controleprocedures achteraf, en dat een uitgebreid voortgangsverslag wordt opgesteld dat concrete voorstellen bevat om de foutenpercentages stapsgewijs te verlagen;
6. ist besorgt darüber, dass das Prüfungsurteil des Rechnungshofs für den Jahresabschluss des gemeinsamen Unternehmen, was die Rechtmäßigkeit und Ordnungsmäßigkeit der diesem Jahresabschluss zugrunde liegenden Vorgänge betrifft, mit einer Einschränkung versehen wurde, und zwar mit der Begründung, dass bei den Ex-post-Prüfungen eine Fehlerquote von 6,16 % ermittelt worden war; stellt fest, dass die vom gemeinsamen Unternehmen abgeschlossenen Ex-post-Prüfungen 44 300 000 EUR (18,8 % aller beim gemeinsamen Unternehmen im Dreijahreszeitraum ab 2008 eingegangenen Kostenerstattungsanträge) abdeckten; bedauert, dass sich die bei diesen Ex-post-Prüfungen ermittelte Fehlerquote auf 6,16 % beläuft und 4,09 % beträgt, wenn man die durchgeführten Korrekturmaßnahmen, wie z. B. den Wiedereinziehungsmechanismus, berücksichtigt; weist erneut darauf hin, dass das gemeinsame Unternehmen unverzüglich die Qualität seiner die Verwaltung der Finanzhilfen betreffenden Ex-ante-Kontrollen verbessern sollte; fordert, dass die Entlastungsbehörde über die Ergebnisse der künftig vom gemeinsamen Unternehmen durchgeführten Ex-post-Prüfungsverfahren unterrichtet wird und dass ein ausführlicher Fortschrittsbericht erstellt wird, mit konkreten Vorschlägen zu einer schrittweisen Senkung der Fehlerquoten;

4. acht het zorgelijk dat de Rekenkamer een verklaring met beperking heeft afgegeven voor de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die aan deze rekening ten grondslag liggen, op grond van het feit dat het foutenpercentage dat op basis van de controles achteraf werd vastgesteld 6,84% bedroeg; neemt kennis van het feit dat de gemeenschappelijke onderneming controles achteraf heeft uitgevoerd met betrekking tot 2,2 miljoen EUR (18,8% van de aanvaarde bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming voor de eerste oproep, die in juni 2011 door de gemeenschappelijke onderneming werd gevalideerd); betreurt dat het foutenpercentage op basis van de eerste door de gemeenschappelijke onderneming uitgevoerde controles, waarbij zij haar eigen methode toepaste, 4,58% bedroeg, terwijl het resterende foutenpercentage 3,72% bedroeg; gaat ervan uit dat de Rekenkamer en de gemeenschappelijke onderneming overeenstemming bereiken over een controlemethode waarmee voor dezelfde controles achteraf dezelfde resultaten worden gevonden; benadrukt nogmaals dat de gemeenschappelijke onderneming de kwaliteit van haar controles achteraf onverwijld moet verbeteren, met name wat betreft subsidiebeheer, en verlangt dat de kwijtingsautoriteit op de hoogte wordt gesteld van de resultaten van de volgende door de gemeenschappelijke onderneming uitgevoerde controleprocedures achteraf;
4. ist besorgt darüber, dass das Prüfungsurteil des Rechnungshofs für den Jahresabschluss des gemeinsamen Unternehmen, was die Rechtmäßigkeit und Ordnungsmäßigkeit der diesem Jahresabschluss zugrundeliegenden Vorgänge betrifft, mit einer Einschränkung versehen wurde, und zwar mit der Begründung, dass bei den Ex-post-Prüfungen eine Fehlerquote von 6,84 % ermittelt worden war; stellt fest, dass das gemeinsame Unternehmen Ex-post-Prüfungen in Bezug auf Mittel von 2,2 Millionen EUR abgeschlossen hat (18,8 % der akzeptierten Beiträge des gemeinsamen Unternehmens im Fall der ersten Aufforderung, die im Juni 2011 vom gemeinsamen Unternehmen validiert wurde); bedauert, dass sich bei den ersten Prüfungen des gemeinsamen Unternehmens nach seinen eigenen Methoden eine Fehlerquote von 4,58 % ergab, wobei die Restfehlerquote 3,72 % betrug; erwartet, dass sich der Rechnungshof und das gemeinsame Unternehmen auf Prüfmethoden einigen, die für die gleichen Ex-post-Prüfungen die gleichen Ergebnisse liefern; weist erneut darauf hin, dass das gemeinsame Unternehmen unverzüglich die Qualität seiner Ex-ante-Kontrollen verbessern sollte, insbesondere bei der Antragsverwaltung; fordert, die Entlastungsbehörde über die Ergebnisse der folgenden Ex-post-Prüfvorgänge des gemeinsamen Unternehmens zu informieren;