Op grond van het voorgaande had de Commissie ernstige twijfels en meende zij dat de voorgenomen transactie waarschijnlijk zou leiden tot het ontstaan van een gezamenlijke machtspositie van Areva en Urenco op de verrijkingsmarkt die mogelijk de EU omvat, in de zin van artikel 2, lid 3, van de concentratieverordening.
Die Kommission hatte somit ernste Bedenken, dass das Vorhaben zur Entstehung einer gemeinsamen marktbeherrschenden Stellung für Areva und Urenco auf einem möglichen EU-Anreicherungsmarkt im Sinne von Artikel 2 Absatz 3 der Fusionskontrollverordnung führen könnte.