3. In bijzondere gevallen kunnen de relevante bevoegde autoriteiten bij onderlinge overeenkomst de criteria in lid 2 terzijde laten, indien de toepassing ervan, gelet op de structuur van het conglomeraat en het relatieve belang van de activiteiten van het conglomeraat in de verschillende lidstaten, ongepast zou zijn, en een andere bevoegde autoriteit als coördinator aanwijzen.
(3) In besonderen Fällen können die jeweils zuständigen Behörden einvernehmlich davon absehen, die Kriterien des Absatzes 2 anzuwenden, wenn dies unter Berücksichtigung der Struktur des Konglomerats und des relativen Gewichts seiner Tätigkeiten in verschiedenen Ländern unangemessen wäre, und eine andere zuständige Behörde zum Koordinator bestimmen.