Wat betreft ten slotte de verwijzing in het eerste onderdeel van het eerste middel naar artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, stelt het Hof vast, zonder dat het nodig is te onderzoeken of die bepaling toepasbaar is op de in het geding zijnde zaak, dat de verzoekende partijen daaruit geen enkel argument afleiden dat verschilt van die welke ze uit de door hen aangevoerde grondwetsbepalingen afleiden.
Was schliesslich die Bezugnahme im ersten Teil des ersten Klagegrunds auf Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention betrifft, stellt der Hof fest, ohne dass es notwendig wäre, zu prüfen, ob diese Bestimmung auf die vorliegende Rechtssache anwendbar ist, dass die klagenden Parteien daraus keinerlei Argument ableiten, welches sich von jenen Argumenten unterscheiden würde, die sie aus den von ihnen angeführten Verfassungsbestimmungen ableiten.