« Schendt artikel 2, § 1, van de besluitwet van 27 januari 1916 tot regeling van de rechtspleging in hoger beroep van de door de krijgsraden uitgesproken vonnissen, zoals vervangen bij artikel 3 van de wet van 31 mei 1955 en gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 15 juni 1981, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de termijn van hoger beroep
doet lopen vanaf de uitspraak en, in tegenstelling tot artikel 203, § 1, van het Wetboek van Strafvordering, zoals vervangen bij artikel 2 van de wet van 31 mei 1955 en gewijzigd bij artikel 1 van de wet van 15 juni 1981, geen bijzondere regeli
...[+++]ng bevat ten aanzien van de aanvang van de termijn voor hoger beroep tegen de bij verstek gewezen vonnissen ?« Verstösst Artikel 2 § 1 des Gesetzeserlasses vom 27. Januar 1916 zur Regelung des Verfahrens der Berufung gegen die von den Kriegsräten verkündeten Urteile, ersetzt durch Artikel 3 des Gesetzes vom 31. Mai 1955 und abgeändert durch Artikel 4 des Gesetzes vom 15. Juni 1981, gegen die Artikel 10 und
11 der Verfassung, soweit er die Berufungsfrist zum Zeitpunkt der Urteilsverkündung anfangen lässt und im Gegensatz zu Artikel 203 § 1 des Strafprozessgesetzbuches, ersetzt durch Artikel 2 des Gesetzes vom 31. Mai 1955 und abgeändert durch Artikel 1 des Gesetzes vom 15. Juni 1981, keine besondere Regelung bezüglich des Anfangs der für die Ber
...[+++]ufung gegen Versäumnisurteile vorgesehenen Frist enthält?