3. In afwijking van lid 1 verlangt de bevoegde autoriteit van de lid
staat van oorsprong binnen één week na de ontvangst van de aanvraag van een Europese beroepskaart overeenkomstig artikel 4 ter, lid 3, artikel 4 quater, lid 1, en artikel 4 quinquies, lid 1, van Richtlijn 2005/36/
EG dat de aanvrager vertalingen verstrekt van de in bijlage II vermelde vereiste documenten in een door de bevoegde autoriteit van de ontvangende
lidstaat aanvaarde taal, indien d ...[+++]e bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat overeenkomstig lid 2 van dit artikel vertaling van deze documenten verplicht stelt.