2. Dient dezelfde vaststelling van ongrondwettigheid van die bepaling te worden gedaan aangezien rekening moet worden gehouden met de paritaire gemengde samenstelling van de kamer van beroep, die uitdrukkelijk door de wetgever is gewild tussen de ' vertegenwoordigers ' van de verzekeringsinstellingen en de ' vertegenwoordigers ' van de representatieve beroepsorganisaties van de verstrekkers van gezondheidszorg ?
2. Ist dieselbe Feststellung der Verfassungswidrigkeit dieser Bestimmung geboten, insofern die ausdrücklich vom Gesetzgeber gewollte paritätisch gemischte Zusammensetzung der Widerspruchskammer zwischen den ' Vertretern ' der Versicherungsträger und den ' Vertretern ' der repräsentativen Berufsorganisationen der Pflegeerbringer zu berücksichtigen ist?