3. Behoudens door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger toegestane afwijkingen, dienen de gedetacheerde nationale deskundigen onderdaan te zijn van een lidstaat van de Europese Unie.
(3) Außer in vom Generalsekretär/Hohen Vertreter genehmigten Ausnahmefällen müssen die abgeordneten nationalen Experten die Staatsangehörigkeit eines Mitgliedstaats der Europäischen Union besitzen.