2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11, tweede alinea, van Richtlijn 2003/6/EG dragen de lidstaten er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten, voordat zij de marktpraktijk in kwestie al dan niet aanvaarden, overgaan tot een passende raadpleging van belanghebbende organen, zoals vertegenwoordigers van emittenten, aanbieders van financiële diensten, consumenten, andere instanties en marktexploitanten.
(2) Unbeschadet der Bestimmungen nach Artikel 11 Absatz 2 der Richtlinie 2003/6/EG stellen die Mitgliedstaaten sicher, dass die zuständigen Behörden vor einer Entscheidung über die Zulässigkeit einer Marktpraxis einschlägige Gremien, wie Vertreter von Emittenten, Finanzdienstleistungserbringern, Verbrauchern, anderen Behörden und Marktbetreibern konsultieren.