De geschillen ten gronde vertonen de bijzonderheid dat van de beslissing tot weigering van de ambtenaar van de burgerlijke stand om het huwelijk te voltrekken, aan de kandidaat-gehuwden kennis is gegeven op een datum nadat de termijn van zes maanden en veertien dagen om het huwelijk te voltrekken, reeds was verstreken (artikel 165, § 3, eerste lid).
Die Streitsachen in den Ausgangsverfahren weisen die Besonderheit auf, dass die Entscheidung des Standesbeamten zur Verweigerung der Eheschließung den Ehewilligen an einem Datum notifiziert wurde, an dem die Frist von sechs Monaten und vierzehn Tagen für die Eheschließung bereits abgelaufen war (Artikel 165 § 3 Absatz 1).