2 . V}}r het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn kan elke Lid-Staat verzoeken dat de Raad bijeenkomt ten einde met de Commissie de beginselvraagstukken betreffende het gemeenschappelijk vervoerbeleid te bestuderen , waarvan hij meent dat zij verband houden met het bijzondere geval waarop de beschikking betrekking zal hebben .
(2) Vor Ablauf der in Absatz 1 genannten Frist kann jeder Mitgliedstaat die Einberufung des Rates beantragen, damit dieser mit der Kommission die Grundsatzfragen der gemeinsamen Verkehrspolitik prüft, welche seiner Ansicht nach mit dem Sonderfall verbunden sind, über den entschieden werden soll.