Traduction de «vervoersector tegen » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

vervoersector
Verkehrssektor

Groep van deskundigen die de Commissie van advies moet dienen over de strategie inzake ongevallen in de vervoersector
Sachverständigengruppe zur Beratung der Kommission bei der Festlegung einer Strategie auf dem Gebiet von Unfällen im Verkehrssektor

betrokkene uit de vervoersector
Verkehrsunternehmen

preventiemaatregelen tegen visziektes uitvoeren | preventieve maatregelen tegen visziektes uitvoeren | preventiemaatregelen tegen visziekten uitvoeren | preventieve maatregelen tegen visziekten uitvoeren
Maßnahmen zur Prävention von Fischkrankheiten ergreifen | Maßnahmen zur Vorsorge vor Fischkrankheiten ergreifen

beschermende uitrusting tegen industrielawaai dragen | veiligheidsuitrusting tegen industrieel lawaai dragen | beschermende uitrusting tegen industrieel lawaai dragen | veiligheidsuitrusting tegen industrielawaai dragen
Schutzausrüstung gegen Industrielärm tragen

beveiliging tegen cyberaanvallen | maatregelen tegen aanvallen | cyberaanvallen voorkomen | maatregelen tegen cyberaanvallen
Maßnahmen gegen Cyberangriffe

verkoop met prijsreductie [ afzet tegen gereduceerde prijzen | promotieverkoop | uitverkoop | verkoop tegen gereduceerde prijzen | verkoop tegen voorkeurprijzen ]
Verkauf mit Preisnachlass [ Sonderangebot | Verkauf mit Preisnachlaß | Verkauf zu herabgesetzten Preisen | Verkauf zum Vorzugspreis | Werbeverkauf ]

tegen
gegen

Dienst voor Bescherming tegen Ioniserende Stralingen
Dienst für den Schutz gegen ionisierende Strahlungen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

In het Witboek over vervoer[17] is als doel vastgesteld de broeikasgasemissies van de vervoersector tegen 2050 met 60 % te verminderen ten opzichte van 1990 en tegen 2030 met ca. 20 % ten opzichte van 2008.
Im Weißbuch zum Verkehr[17] wurde das Ziel festgelegt, die Treibhausgasemissionen im Verkehrssektor bis 2050 um 60 % gegenüber dem Stand von 1990 und bis 2030 um 20 % im Vergleich zu 2008 zu senken.

Naar wordt verwacht zal de CO2-uitstoot van de vervoersector tegen 2010 nog met 39% toenemen (ten opzichte van de 1990-niveaus).
Im Verkehrssektor wird bis 2010 ein Anstieg der CO2-Emissionen um 39% erwartet (gegenüber 1990).

Het tempo van de vooruitgang die wordt geboekt in de richting van ten minste 10 % van het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen in de vervoersector tegen 2020 is langzamer, met een EU-gemiddelde in 2014 van 5,7 %
Hinsichtlich des Ziels von mindestens 10 % Energieverbrauch des Transportsektors aus erneuerbaren Quellen bis 2020 fiel der Fortschritt etwas langsamer aus: 2014 lag der EU-Durchschnitt bei 5,7%

Dit streefcijfer is gelijk aan 5% van het finale energieverbruik door de vervoersector tegen 2010, in een baseline-scenario.
Dieses Ziel entspricht 5 % des für 2010 in einem Bezugsszenario erwarteten Endenergieverbrauchs im Verkehrssektor.

Tegelijkertijd wordt verwacht dat de emissies van de vervoersector tegen 2030 zullen zijn toegenomen.
Gleichzeitig wird erwartet, dass die Emissionen des Verkehrssektors bis 2030 steigen.

In de vervoersector zullen CO-prestatie-eisen de gemiddelde emissie van nieuwe personenwagens tegen 2021 met 40% terugdringen ten opzichte van de niveaus van 2007.
Im Verkehrssektor bewirken die Vorschriften für CO-Emissionen, dass bis zum Jahr 2021 die durchschnittlichen Flottenemissionen bei neuen Personenkraftwagen gegenüber 2007 um 40 % zurückgehen.

Door middel van gecoördineerde beleidskaders in alle lidstaten moet op lange termijn de benodigde zekerheid worden gewaarborgd om particuliere en publiekrechtelijke investeringen aan te trekken in voertuig- en brandstoftechnologieën en de bijbehorende infrastructuur uit te bouwen, zodat het tweevoudig doel wordt gediend om een eind te maken aan de olieafhankelijkheid in de vervoersector, en de uitstoot van broeikasgassen in die sector tegen 2050 met 60 % te verminderen.
Koordinierte Strategien in allen Mitgliedstaaten sollten daher die langfristige Sicherheit bieten, die für private und öffentliche Investitionen in Fahrzeug- und Kraftstofftechnologie wie auch den Infrastrukturaufbau erforderlich ist, um dem doppelten Zweck zu dienen, die Abhängigkeit vom Erdöl im Verkehrssektor zu beenden und die Treibhausgasemissionen in diesem Sektor bis 2050 um 60 % zu senken.

21. onderstreept dat een eengemaakte Europese vervoersruimte moet bijdragen tot een inclusieve groei voor de UPR's, hun gebrek aan toegankelijkheid moet verkleinen en de strijd tegen de klimaatverandering moet steunen; roept op tot de oprichting van een specifiek kader voor steun aan de vervoersector in de UPR's, in het bijzonder voor het openbaar vervoer en de ontwikkeling van het vervoer over zee tussen de eilanden; roept bovendien op tot de oprichting van logistieke platformen en pleit voor de uitvoering van projecten zoals de snelwegen op zee; wijst op de mogelijkheden die het Marco Polo-programma de UPR's biedt; verzoekt de Commissie dat programma flexibeler te maken en te verlengen tot na 2013 en verzoekt om specifieke vermelding van de UPR's in de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen; dringt erop aan dat de UPR's geïntegreerd worden in de TEN-T-netten van het nieuwe instrument dat tot doel heeft de verbindingen in Europa te verbeteren;
21. betont, dass ein einheitlicher europäischer Verkehrsraum zur Gewährleistung eines integrativen Wachstums der Regionen in äußerster Randlage beitragen, das Problem der schweren Erreichbarkeit dieser Regionen verringern und dem Klimawandel entgegenwirken soll; fordert die Schaffung eines speziellen Rahmens für Beihilfen für den Verkehrssektor der Regionen in äußerster Randlage, insbesondere zugunsten des öffentlichen Verkehrs sowie zur Förderung des Seeverkehrs zwischen den Inseln; fordert außerdem die Gründung logistischer Plattformen und befürwortet die Umsetzung von Projekten wie den Bau von Meeresautobahnen; betont die Potenziale des Marco Polo-Programms für die Regionen in äußerster Randlage; bittet die Kommission um Flexibilität und eine Verlängerung über 2013 hinaus und beantragt, dass der Mechanismus „Europa vernetzen“ spezielle Verweise auf die Regionen in äußerster Randlage enthält; besteht darauf, die Regionen in äußerster Randlage in das Netz der TEN-V und des neuen Instruments zur Erleichterung der Vernetzungen in Europa einzubeziehen;

33. dringt aan op ambitieuzere klimaat- en energiedoelstellingen: vermindering van de CO2-emissies met 40% tegen 2020 en met 80% tegen 2050 in vergelijking met de niveaus van 1990, en vergroting van het aandeel van hernieuwbare energieën in de elektriciteitsbevoorrading tot 35% tegen 2020; stelt voor specifieke emissiereductiedoelstellingen voor te stellen voor de vervoersector, inclusief de lucht- en de scheepvaart; dringt aan op aanvullende doelstellingen voor het verminderen van het gebruik van hulpbronnen en voor afvalpreventie; hamert in dit verband op het belang van een strategie voor het redden van de biodiversiteit om ecosystemen te herstellen, en van een ecosysteemtoets van sectoraal beleid zoals landbouw, vervoer en energie, en ruimtelijke ordening; dringt aan op een grondige herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid om in elk land tot voedselvoorzieningszekerheid te komen, de invoer van levensmiddelen te reduceren, voorrang te geven aan plaatselijke productie en consumptie, teneinde de klimaatverandering aan te pakken;
33. fordert ehrgeizigere klima- und energiepolitische Leitzielvorgaben: Verringerung der Kohlendioxidemissionen bis 2020 um 40 % und bis 2050 um 80 % im Vergleich zu 1990, Erhöhung des Anteils erneuerbarer Energien an der Stromversorgung auf 35 % bis 2020; schlägt die Festlegung von spezifischen Zielen zur Emissionsreduzierung im Verkehrssektor, einschließlich Luft- und Schiffsverkehr, vor; fordert die Festlegung zusätzlicher Ziele für die Verringerung der Ausbeutung von Ressourcen und die Abfallvermeidung; betont in diesem Zusammenhang nachdrücklich die Notwendigkeit der Festlegung einer „Strategie zur Erhaltung der biologischen Vielfalt“, um Ökosysteme wiederherzustellen, und einer „Ökosystemprüfung“ in einzelnen Politikbereichen wie Landwirtschaft, Verkehr, Energie und Raumplanung; fordert eine grundlegende Überarbeitung der Gemeinsamen Agrarpolitik, um die Nahrungsmittelsouveränität jedes Landes zu fördern und – als Mittel zur Bekämpfung des Klimawandels – Lebensmitteleinfuhren zu reduzieren sowie örtliche Erzeugung und örtlichen Verbrauch zu bevorzugen;

G. overwegende dat informatie- en communicatietechnologieën (ICT) een belangrijke bijdrage leveren aan de energie-efficiency van de EU, met name bij gebouwen en in de vervoersector, maar ook in de samenleving in haar geheel dankzij verbeteringen bij de productie en distributie van energie, en aan het realiseren van de doelstellingen om tegen 2020 een energiebesparing van 20% te bereiken,
G. unter Hinweis darauf, dass die Informations- und Kommunikationstechnologien (IKT) mit Blick auf das Ziel der Energieeinsparung um 20 % bis 2020 wesentliche Beiträge zur Energieeffizienz in den Bereichen Gebäude und Verkehr sowie Energieerzeugung und -verteilung leisten können,