15. moedigt de inrichtende autoriteiten aan proactieve doelstellingen voor de vermindering van broeikasgasemissies vast te stellen en te bewaken door middel van het in de vervoersplannen (zie paragraaf 7) uiteengezette mobiliteitsbeleid, en deze doelstellingen om te zetten in specifieke prestatieverplichtingen voor de openbare of particuliere vervoersbedrijven;
15. ermutigt die Verkehrsgesellschaften, sich im Rahmen der in den Verkehrsplänen dargelegten Mobilitätspolitik (siehe Artikel 7) entschlossene und kohärente Ziele für die Verringerung von Treibhausgasemissionen zu setzen und diese in spezifische Leistungszielvorgaben für die öffentlichen und privaten Verkehrsträger umzusetzen;