46. benadrukt dat diplomatieke inspanningen ontplooid moeten blijven worden om de leden van de VN-Veiligheidsraad aan te sporen zaken tijdig naar het ICC te verwijzen overeenkomstig artikel 13, onder b, van het Statuut van Rome, zoals onlangs werd geïllustreerd met hun unanieme verwijzing van de situatie in Libië naar het ICC; hoopt tevens dat de VN-Veiligheidsraad zich zal onthouden van de opschorting van onderzoek of vervolging als bedoeld in artikel 16 van het Statuut van Rome;
46. betont die Notwendigkeit, diplomatische Bemühungen fortzusetzen, um – wie in Artikel 13 Buchstabe b des Römischen Statuts vorgesehen – Mitglieder des Sicherheitsrates der Vereinten Nationen zu ermutigen, frühzeitig Fälle vorzulegen, so wie jüngst bei der einstimmigen Unterbreitung der Lage in Libyen an den IStGH durch den Sicherheitsrat der Vereinten Nationen geschehen; hofft ferner, dass der Sicherheitsrat der Vereinten Nationen vom Aufschub der Ermittlungen oder der Strafverfolgung durch den Gerichtshof, wie in Artikel 16 des Römischen Statuts vorgesehen, absieht;