Traduction de «vervolging en gevangenneming van betogers schendingen vormen » (Néerlandais → Allemand) :

14. betreurt dat de Armeense autoriteiten, na de succesvolle afsluiting van de meer dan drie jaar durende onderhandelingen over een associatieovereenkomst met inbegrip van een DCFTA, onder Russische druk in plaats daarvan hebben besloten lid te worden van de douane-unie; herinnert de Armeense autoriteiten eraan dat de protesten en betogingen tegen dit besluit een uiting van de vrije wil van de burgers van het land zijn en dat deze moeten worden geëerbiedigd op grond van de internationale verplichtingen die Armenië is aangegaan; herinnert er in dit verband aan dat de vervolging en gevangenneming van betogers schendingen vormen van het recht van vergadering en meningsuiting, en dat repressieve maatregelen indruisen tegen de recente retoriek over het hechten aan gedeelde waarden met de EU; dringt er bij de regering van Armenië op aan een inclusieve dialoog met het maatschappelijk middenveld aan te gaan over de toekomstige koers van het land;
14. bedauert, dass die Staatsorgane Armeniens nach mehr als drei Jahren erfolgreich geführter Verhandlungen über ein Assoziierungsabkommen, das auch eine vertiefte und umfassende Freihandelszone vorsieht, stattdessen auf Druck Russlands hin beschlossen hat, der Zollunion beizutreten; weist die Staatsorgane Armeniens darauf hin, dass die Proteste und Demonstrationen gegen diesen Beschluss Ausdruck des freien Willens der Bürger des Landes sind, den es gemäß den internationalen Verpflichtungen, die Armenien eingegangen ist, zu achten gilt; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass Verfolgung und Inhaftierungen Verstöße gegen das Recht auf Versammlungsfreiheit und freie Meinungsäußerung darstellen und dass repressive Maßnahmen im Widerspruch zu dem unlängst verlautbarten Bekenntnis zu den gemeinsamen Werten der EU stehen; fordert die Regierung Armeniens auf, in einen inklusiven Dialog mit der Zivilgesellschaft über die künftige Ausrichtung des Landes einzutreten;

13. betreurt dat de Armeense autoriteiten, na de succesvolle afsluiting van de meer dan drie jaar durende onderhandelingen over een associatieovereenkomst met inbegrip van een DCFTA, onder Russische druk in plaats daarvan hebben besloten lid te worden van de douane-unie; herinnert de Armeense autoriteiten eraan dat de protesten en betogingen tegen dit besluit een uiting van de vrije wil van de burgers van het land zijn en dat deze moeten worden geëerbiedigd op grond van de internationale verplichtingen die Armenië is aangegaan; herinnert er in dit verband aan dat de vervolging en gevangenneming van betogers schendingen vormen van het recht van vergadering en meningsuiting, en dat repressieve maatregelen indruisen tegen de recente retoriek over het hechten aan gedeelde waarden met de EU; dringt er bij de regering van Armenië op aan een inclusieve dialoog met het maatschappelijk middenveld aan te gaan over de toekomstige koers van het land;
13. bedauert, dass die Staatsorgane Armeniens nach mehr als drei Jahren erfolgreich geführter Verhandlungen über ein Assoziierungsabkommen, das auch eine vertiefte und umfassende Freihandelszone vorsieht, stattdessen auf Druck Russlands hin beschlossen hat, der Zollunion beizutreten; weist die Staatsorgane Armeniens darauf hin, dass die Proteste und Demonstrationen gegen diesen Beschluss Ausdruck des freien Willens der Bürger des Landes sind, den es gemäß den internationalen Verpflichtungen, die Armenien eingegangen ist, zu achten gilt; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass Verfolgung und Inhaftierungen Verstöße gegen das Recht auf Versammlungsfreiheit und freie Meinungsäußerung darstellen und dass repressive Maßnahmen im Widerspruch zu dem unlängst verlautbarten Bekenntnis zu den gemeinsamen Werten der EU stehen; fordert die Regierung Armeniens auf, in einen inklusiven Dialog mit der Zivilgesellschaft über die künftige Ausrichtung des Landes einzutreten;

13. betreurt dat de Armeense autoriteiten, na de succesvolle afsluiting van de meer dan drie jaar durende onderhandelingen over een associatieovereenkomst/DCFTA, onder Russische druk in plaats daarvan hebben besloten lid te worden van de douane-unie; herinnert de Armeense autoriteiten eraan dat de protesten en betogingen tegen dit besluit een uiting van de vrije wil van de burgers van het land zijn en dat deze moeten worden geëerbiedigd op grond van de internationale verplichtingen die Armenië is aangegaan; herinnert er in dit verband aan dat de vervolging en gevangenneming van betogers schendingen vormen van de fundamentele rechten van vergadering en meningsuiting, en dat repressieve maatregelen indruisen tegen de recente retoriek betreffende het hechten aan gedeelde waarden met de EU; dringt er bij de regering van Armenië op aan een inclusieve dialoog aan te gaan met het maatschappelijk middenveld over de toekomstige koers van het land;
13. bedauert, dass die armenische Regierung nach mehr als drei Jahren erfolgreich geführter Verhandlungen über das Assoziierungsabkommen und das vertiefte und umfassende Freihandelsabkommen stattdessen auf russischen Druck hin beschlossen hat, der Zollunion beizutreten; weist die armenische Regierung darauf hin, dass die Proteste und Demonstrationen gegen diese Entscheidung Ausdruck des freien Willens der Bürger des Landes sind, und dass sie im Rahmen der internationalen Verpflichtungen, die Armenien eingegangen ist, geachtet werden müssen; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass Verfolgung und Inhaftierungen Verstöße gegen die Grundrechte Versammlungsfreiheit und freie Meinungsäußerung darstellen, und dass repressive Maßnahmen im Widerspruch zu den jüngsten Äußerungen stehen, sich zu den gemeinsamen Werten der EU zu bekennen; fordert die Regierung Armeniens auf, sich an einem inklusiven Dialog mit der Bürgergesellschaft über die künftige Ausrichtung des Landes zu beteiligen;

107. is uitermate bezorgd over het feit dat Iran in 2008 en 2009 is voortgegaan met onderdrukking van onafhankelijke mensenrechtenactivisten en leden van maatschappelijke organisaties en dat er nog steeds en zelfs meer ernstige schendingen van de mensenrechten plaatsvinden; veroordeelt de willekeurige arrestatie, marteling en gevangenneming van mensenrechtenactivisten vanwege hun werk, onder de beschuldiging van „activiteiten die ingaan tegen de nationale veiligheid”; betreurt het huidige regeringsbeleid gericht tegen docenten en academici, waardoor studenten de toegang tot hoger onderwijs wordt belet, en veroordeelt de vervolging en gevangenneming van studentenactivisten; betreurt de beroering die in de nasleep van de presidentsverkiezingen van 12 juni 2009 is ontstaan en het geweld dat door de Iraanse autoriteiten is gebruikt – waarbij ten minste 400 mensen willekeurig zijn gearresteerd en volgens berichten minstens 40 personen de dood vonden –, de massaprocessen tegen personen die zijn beschuldigd van misdrijven tegen de nationale veiligheid, de mishandelingen en folteringen die hebben plaatsgevonden en de doodvonnissen die zijn uitgesproken;
107. ist zutiefst besorgt darüber, dass Iran 2008 und 2009 immer noch unabhängige Menschenrechtsverteidiger und Mitglieder der Zivilgesellschaft verfolgt hat, und dass es nach wie vor schwerwiegende Menschenrechtsverletzungen in diesem Land gegeben hat, die sogar noch zugenommen haben; verurteilt die willkürliche Verhaftung, Folter und Inhaftierung von Menschenrechtsverteidigern wegen ihrer Arbeit, aufgrund des Vorwurfs, mit ihrer Tätigkeit gegen nationale Sicherheitsinteressen verstoßen zu haben; beklagt die derzeitige Regierungspolitik, die sich gegen Lehrer und Akademiker richtet und Studenten vom Hochschulzugang ausschließt, und verurteilt die Verfolgung und Inhaftierung von Studenten, die sich für Menschenrechte einsetzen; bedauert die Unruhen nach den Präsidentschaftswahlen vom 12. Juni 2009 und die von den iranischen Behörden eingesetzte Gewalt, die dazu führte, dass mindestens 400 Menschen willkürlich verhaftet wurden, Berichten zufolge mindestens 40 Menschen zu Tode kamen, Massenprozesse angestrengt wurden, bei denen den Angeklagten Verbrechen gegen die nationale Sicherheit vorgeworfen wurde, es zu Misshandlungen und Folterungen kam und Todesurteile verhängt wurden;

103. is uitermate bezorgd over het feit dat Iran in 2008 en 2009 is voortgegaan met onderdrukking van onafhankelijke mensenrechtenactivisten en leden van maatschappelijke organisaties en dat er nog steeds en zelfs meer ernstige schendingen van de mensenrechten plaatsvinden; veroordeelt de willekeurige arrestatie, marteling en gevangenneming van mensenrechtenactivisten vanwege hun werk, onder de beschuldiging van "activiteiten die ingaan tegen de nationale veiligheid"; betreurt het huidige regeringsbeleid gericht tegen docenten en academici, waardoor studenten de toegang tot hoger onderwijs wordt belet, en veroordeelt de vervolging en gevangenneming van studentenactivisten; betreurt de beroering die in de nasleep van de presidentsverkiezingen van 12 juni 2009 is ontstaan en het geweld dat door de Iraanse autoriteiten is gebruikt – waarbij ten minste 400 mensen willekeurig zijn gearresteerd en volgens berichten minstens 40 personen de dood vonden –, de massaprocessen tegen personen die zijn beschuldigd van misdrijven tegen de nationale veiligheid, de mishandelingen en folteringen die hebben plaatsgevonden en de doodvonnissen die zijn uitgesproken;
103. ist zutiefst besorgt darüber, dass Iran 2008 und 2009 immer noch unabhängige Menschenrechtsverteidiger und Mitglieder der Zivilgesellschaft verfolgt hat, und dass es nach wie vor schwerwiegende Menschenrechtsverletzungen in diesem Land gegeben hat, die sogar noch zugenommen haben; verurteilt die willkürliche Verhaftung, Folter und Inhaftierung von Menschenrechtsverteidigern wegen ihrer Arbeit, aufgrund des Vorwurfs, mit ihrer Tätigkeit gegen nationale Sicherheitsinteressen verstoßen zu haben; beklagt die derzeitige Regierungspolitik, die sich gegen Lehrer und Akademiker richtet und Studenten vom Hochschulzugang ausschließt, und verurteilt die Verfolgung und Inhaftierung von Studenten, die sich für Menschenrechte einsetzen; bedauert die Unruhen nach den Präsidentschaftswahlen vom 12. Juni 2009 und die von den iranischen Behörden eingesetzte Gewalt, die dazu führte, dass mindestens 400 Menschen willkürlich verhaftet wurden, Berichten zufolge mindestens 40 Menschen zu Tode kamen, Massenprozesse angestrengt wurden, bei denen den Angeklagten Verbrechen gegen die nationale Sicherheit vorgeworfen wurde, es zu Misshandlungen und Folterungen kam und Todesurteile verhängt wurden;

Er zijn talrijke meldingen van tot de christelijke, de baha'i- , de soefi- en de soennitische minderheid in Iran behorende personen, die regelmatig te lijden hebben van vormen van vervolging, zoals confiscatie van eigendommen, ontheiliging van hun gebedshuizen, gevangenneming en talrijke gewelddaden, waarvan sommige levensbedreigend zijn.
Zahlreiche Quellen berichten, dass Angehörige der christlichen, bahaitischen, sufitischen und sunnitischen Minderheiten in Iran unter regelmäßiger Verfolgung einschließlich Beschlagnahme ihres Besitzes, Schändung ihrer Gebetsstätten, Inhaftierung und zahlreichen gegen sie gerichteten Gewaltakten zu leiden haben, bei denen sie mitunter sogar in Lebensgefahr geraten.