Door de burgerlijke vordering samen met de strafvordering te doen verjaren beoogde de wetgever te beletten dat feiten die de strafwet als misdrijf heeft aangemerkt, in het belang van een particulier gerechtelijk konden worden vastgesteld na het verstrijken van de termijn gedurende welke de vervolging in het maatschappelijk belang is toegestaan (Pasin., 1891, pp. 175-176).
Mit der gleichzeitigen Verjährung der Zivilklage und der öffentlichen Klage wollte der Gesetzgeber verhindern, dass Tatbestände, die das Strafgesetz als Delikt bezeichnet hat, im Interesse einer Privatperson nach Ablauf der Frist, während welcher die Verfolgung im Interesse der Allgemeinheit erlaubt ist, gerichtlich festgestellt werden können (Pasin., 1891, SS. 175-176).