3.1.1. Onderdelen van het removerbrengingssysteem worden in de zin van het voorschrift van punt 3.1 niet beschouwd als onderhevig aan storing indien er in de zin van punt 2.2.1.2.7 van bijlage I niet van uit wordt gegaan dat deze defect kunnen gaan, op voorwaarde dat ze gemaakt zijn van metaal of een materiaal met vergelijkbare eigenschappen en niet significant vervormen bij normaal remmen.
3.1.1 Im Sinne der Vorschrift von Punkt 3.1 werden die Teile der Übertragungseinrichtung nicht als störanfällig angesehen, die gemäß Punkt 2.2.1.2.7 des Anhangs I nicht als bruchanfällig angesehen werden, sofern sie aus Metall oder einem Werkstoff ähnlicher Eigenschaften hergestellt sind und bei normaler Funktion der Bremsen keiner nennenswerten Verformung unterliegen.