Aangevoerde middelen: schending van de artikelen 76 en 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, daar de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat het grote onderscheidend vermogen van de oudere merken in de beroepsprocedure niet meer werd aangevoerd en zij het verwarringsgevaar onjuist heeft beoordeeld.
Klagegründe: Verstoß gegen Art. 76 und Art. 8 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 207/2009 des Rates, da die Beschwerdekammer zu Unrecht festgestellt habe, dass die erhöhte Kennzeichnungskraft der älteren Marken im Beschwerdeverfahren nicht mehr geltend gemacht worden sei und sie die Verwechslungsgefahr nicht richtig beurteilt habe.