16. stelt vast dat sommige
lidstaten nationale instellingen voor de bescherming en bevordering van de grondrechten hebben opgericht waa
rbij met name wordt verwezen naar de "beginselen van Parijs" van de Verenigde Naties; verzoekt de andere lidstaten hiertoe stappen te ondernemen en ervoor te zorgen dat de nationale commissies en instituten over voldoende financiële middelen beschikken, onder meer rekening houdend met het feit dat die instellingen tot taak hebben het beleid van de regeringen op het gebied van de mensenrechten te toets
...[+++]en om tekortkomingen te voorkomen en verbeteringen voor te stellen, aangezien efficiency berust op preventie en niet alleen op het oplossen van problemen; 16. nimmt zur Kenntnis, dass einige Mitgliedstaaten Grundrechtsinstitutionen eingerichtet haben, insbesondere unter Bezugnahme auf die „Pariser Grundsätze“ der Vereinten Nationen; fordert die übrigen Mitgliedstaaten auf, diesbezügliche Maßnahmen zu ergreifen und die nationalen Ausschüsse und Institute mit angemessenen Finanzmitteln auszustatten, wobei unter anderem berücksichtigt wird, dass es zu den Aufgaben dieser Institutionen gehört, die Menschenrechtspolitik der Regierungen zu überprüfe
n, um Missstände zu vermeiden und Verbesserungen vorzuschlagen, da nicht nur die Lösung von Problemen, sondern auch die Verhütung als effizient gilt
...[+++];