Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Arrest
Arrest HvJ EG
Arrest van herroeping
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof EG
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie EG
Arrest van inbeschuldigingstelling
Gezag van het gewijsde
Het arrest van het Hof van Justitie
Huis van arrest
Naar zichself verwijzend karakter van de context
Rechterlijke uitspraak
Tenuitvoerlegging van een arrest
Tenuitvoerlegging van het vonnis
Uitspraak van het Hof
Verwijzende rechter
Vonnis
Werking van het vonnis
Wijze van tenuitvoerlegging

Traduction de «verwijzende arrest » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
arrest van het Hof (EU) [ arrest HvJ EG | arrest van het Hof EG | arrest van het Hof van Justitie (EU) | arrest van het Hof van Justitie EG ]

Urteil des Gerichtshofs (EU) [ Urteil des Europäischen Gerichtshofs | Urteil des Gerichtshofs EG | Urteil EuGH ]


arrest | arrest van het Hof | arrest van het Hof van Justitie | het arrest van het Hof van Justitie

Urteil | Urteil des Gerichtshofs | Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Union




naar zichself verwijzend karakter van de context

auf sich selbst zurückweisender Charakter des Kontexts


tenuitvoerlegging van het vonnis [ gezag van het gewijsde | tenuitvoerlegging van een arrest | werking van het vonnis | wijze van tenuitvoerlegging ]

Urteilsvollstreckung [ Urteilswirkung | Vollstreckungsweg ]


vonnis [ arrest | rechterlijke uitspraak | uitspraak van het Hof ]

Urteil [ Gerichtsurteil | richterliche Verfügung | Urteilsspruch ]






arrest van inbeschuldigingstelling

Entscheid über die Versetzung in den Anklagezustand


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Bij zijn arrest nr. 162/2007 van 19 december 2007, waaraan de verwijzende rechter refereert, heeft het Hof voor recht gezegd : « Artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt dat de beroepstermijn begint te lopen op de datum van verzending die voorkomt op het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat ».

In seinem Entscheid Nr. 162/2007 vom 19. Dezember 2007, auf den der vorlegende Richter Bezug nimmt, hat der Gerichtshof für Recht erkannt: « Artikel 371 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er bestimmt, dass die Rechtsmittelfrist ab dem Datum des Versands, das auf dem Steuerbescheid angegeben ist, auf dem die Widerspruchsfrist vermerkt ist, läuft ».


Bij zijn arrest nr. 127/2008 van 1 september 2008, in antwoord op een prejudiciële vraag van de Rechtbank van eerste aanleg te Namen in dezelfde zaak als die waarin de partijen nog steeds voor de verwijzende rechter tegenover elkaar staan, heeft het Hof geoordeeld : « B.3.2.

In seinem Entscheid Nr. 127/2008 vom 1. September 2008 hat der Gerichtshof in Beantwortung einer Vorabentscheidungsfrage, die vom Gericht erster Instanz Namur in derselben Rechtssache wie derjenigen, in der die Parteien vor dem vorlegenden Richter immer noch einander gegenüber stehen, gestellt worden war, geurteilt: « B.3.2.


Bij dat arrest gaf het Hof een antwoord op een prejudiciële vraag, waarbij het zijn onderzoek beperkte tot de concrete situatie die zich in het geschil voor de verwijzende rechter voordeed.

Durch diesen Entscheid hat der Gerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage geantwortet, wobei er seine Prüfung auf die konkrete Situation begrenzte, die in der Streitsache vor dem vorlegenden Richter bestand.


De verwijzende rechter wenst in de eerste plaats van het Hof te vernemen of artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012, doordat die bepaling terugwerkende kracht verleent aan de artikelen 27 tot 29 van hetzelfde decreet, op discriminerende wijze afbreuk doet aan het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het verbod van retroactiviteit en het gezag van gewijsde van het arrest nr. 48/2012 en daardoor ook strijdig is met het eigendomsrecht, zoals gewaarborgd bij artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvul ...[+++]

Aufgrund von Artikel 31 des Dekrets vom 13. Juli 2012 werden die vorerwähnten Artikel 27 bis 29 wirksam mit 1. Januar 2011. In Bezug auf die erste Vorabentscheidungsfrage B.5. Der vorlegende Richter möchte zunächst vom Gerichtshof erfahren, ob Artikel 31 des Dekrets vom 13. Juli 2012 dadurch, dass diese Bestimmung den Artikeln 27 bis 29 desselben Dekrets Rückwirkung verleihe, auf diskriminierende Weise den Grundsatz der Rechtssicherheit, den Grundsatz des berechtigten Vertrauens, das Verbot der Rückwirkung und die materielle Rechtskraft des Entscheids Nr. 48/2012 verletze und dadurch auch im Widerspruch zum Eigentumsrecht stehe, so w ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Nu het Hof van Justitie in het voormelde arrest oordeelt dat de activiteit van een privédetective die voor een publiekrechtelijke beroepsorganisatie met een wettelijke controleopdracht onderzoek verricht naar schendingen van de beroepscode van een gereglementeerd beroep, in casu het beroep van vastgoedmakelaar, valt onder de uitzondering van artikel 13, lid 1, onder d), van de richtlijn 95/46/EG, en gelet op de feiten van de zaak voor de verwijzende rechter, beperkt het Hof zijn onderzoek tot die hypothese.

Da der Gerichtshof im vorerwähnten Urteil entschieden hat, dass die Tätigkeit eines Privatdetektivs, der für eine Berufsorganisation des öffentlichen Rechts mit dem gesetzlichen Auftrag, Verstöße gegen die berufsständischen Regeln eines reglementierten Berufs - im vorliegenden Fall des Immobilienmaklerberufs - zu untersuchen, handelt, zu der in Artikel 13 Absatz 1 Buchstabe d der Richtlinie 95/46/EG vorgesehenen Ausnahme gehört, und angesichts des Sachverhalts der Rechtssache vor dem vorlegenden Richter begrenzt der Gerichtshof seine Prüfung auf diesen Fall.


Tevens is het interessant erop te wijzen dat het Hof, met het oog op bescherming tegen discriminatie op grond van geslacht, eveneens in het arrest-Danosa als volgt heeft geoordeeld: Zelfs wanneer een bestuurslid niet voldoet aan de voorwaarden om op grond van EU-recht als werknemer te worden aangemerkt, en dus niet binnen de werkingssfeer van Richtlijn 92/85/EEG of Richtlijn 76/207/EEG valt, deze persoon, "voor zover de verwijzende rechter haar als "zelfstandige" aanmerkt, binnen de werkingssfeer van Richtlijn 86/613/EEG valt, die van toepassing is op zelfstandigen en die, blijkens artikel 1 ervan, een aanvulling is op Richtlijn 76/207/E ...[+++]

Interessant ist auch die Feststellung, dass der Gerichtshof, auch im Urteil in der Rechtssache Danosa, entschieden hat, dass zum Schutz vor Diskriminierung aufgrund des Geschlechts, auch wenn ein Mitglied eines Leitungsorgans nicht die Bedingungen für die Definition eines Arbeitnehmers im Sinne des Unionsrechts erfüllt – und somit nicht in den Geltungsbereich der Richtlinie 92/85/EWG oder der Richtlinie 76/207/EWG fällt, diese Person, „soweit das vorlegende Gericht sie als „selbständige Erwerbstätige“ einstufen sollte,“ von „der Richtlinie 86/613 erfasst wird, die für die letztgenannten Erwerbstätigen gilt und, wie aus ihrem Art. 1 hervo ...[+++]


In zijn arrest van heden constateert het Hof dat voor de verwijzende rechter vaststaat dat de besluiten tot verlenging van de bewaring zijn genomen in strijd met het recht om te worden gehoord.

In seinem heutigen Urteil stellt der Gerichtshof fest, dass für das vorlegende Gericht feststeht, dass die Entscheidungen über die Verlängerung der Haftmaßnahmen unter Verletzung des Anspruchs auf rechtliches Gehör ergangen sind.


Uit het verwijzende arrest blijkt dat de nv « Jefrema » wordt verweten het getuigschrift bedoeld in de in het geding zijnde bepaling niet binnen de termijn bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 tot uitvoering van artikel 127bis van de programmawet te hebben aangevraagd.

Aus dem Verweisungsurteil geht hervor, dass der « Jefrema » AG vorgeworfen wird, die Bescheinigung im Sinne der fraglichen Bestimmung nicht innerhalb der in Artikel 2 des königlichen Erlasses vom 5. August 1991 zur Ausführung von Artikel 127bis des Programmgesetzes vorgesehenen Frist beantragt zu haben.


Uit de feiten van het geding en de motivering van het verwijzende arrest blijkt dat de prejudiciële vraag betrekking heeft op artikel 56, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna : BTW-Wetboek), in samenhang gelezen met de artikelen 7 en 13 van het koninklijk besluit nr. 2 van 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde.

Aus dem Sachverhalt sowie aus der Begründung des Verweisungsurteils geht hervor, dass sich die präjudizielle Frage auf Artikel 56 § 1 des Mehrwertsteuergesetzbuches (weiter unten: MwSt.-Gesetzbuch) in Verbindung mit den Artikeln 7 und 13 des königlichen Erlasses Nr. 2 vom 7. November 1969 über die Festlegung pauschaler Veranlagungsgrundlagen für die Mehrwertsteuer bezieht.


In de verwijzende arresten overweegt het Hof van Beroep onder meer « dat artikel 2 § 4 van het K.B. 149 geenszins buiten de omschreven materie van artikel 2, 6° van de wet van 2 februari 1982 gaat nu het enkel om een aanvulling gaat van artikel 15 van het K.B. 48 om een misbruik tegen te gaan; » en « dat waar nu artikel 11 van de wet van 1 juli 1983 de K.B'. s 48 en 149 heeft bekrachtigd met uitwerking vanaf het aanslagjaar waarin ze voor de eerste maal van toepassing zijn, dit inhoudt dat artikel 2 K.B. 149, wat de toevoeging van een vierde paragraaf aan artikel 15 K.B. 48 betreft als wet uitwerking heeft vanaf aanslagjaar 1982; dat de rechtsmacht derhalv ...[+++]

In den Verweisungsurteilen stellt der Appellationshof unter anderem fest, « dass Artikel 2 § 4 des königlichen Erlasses Nr. 149 in keiner Weise über den festgelegten Sachbereich von Artikel 2 Nr. 6 des Gesetzes vom 2. Februar 1982 hinausgeht, da es nun lediglich um eine Ergänzung von Artikel 15 des königlichen Erlasses Nr. 48 geht, um Missbrauch zu vermeiden » und « dass, nachdem Artikel 11 des Gesetzes vom 1. Juli 1983 die königlichen Erlasse Nr. 48 und 149 mit Wirkung ab dem Veranlagungsjahr, in dem sie zum ersten Mal Anwendung finden, bestätigt hat, dies bedeutet, dass Artikel 2 des königlichen Erlasses Nr. 149 in bezug auf das Hinzuf ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verwijzende arrest' ->

Date index: 2021-12-13
w