De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over het verschil in behandeling tussen, enerzijds, de gemeenten die zijn onderworpen aan de in het geding zijnde bepaling, die in het WWPDD is ingevoegd bij een begrotingsdecreet, waarvan de gevolgen in beginsel in de tijd zijn beperkt en dat wordt aangenomen na afloop van een decretale procedure waarbij de afdeling wetgeving van de Raad van State niet wordt geraadpleegd, en, anderzijds, de gemeenten die niet zijn onderworpen aan een decretale bepaling die in dezelfde omstandigheden is aangenomen.
Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zu dem Behandlungsunterschied zwischen einerseits den Gemeinden, die der fraglichen Bestimmung unterlägen, die in den Kodex der lokalen Demokratie und der Dezentralisierung durch ein Haushaltsdekret eingefügt worden sei, dessen Folgen grundsätzlich zeitlich begrenzt seien, und das am Ende eines Dekretgebungsverfahrens angenommen worden sei, das keine Befragung der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates beinhalte, und andererseits den Gemeinden, die nicht einer Dekretsbestimmung unterlägen, die unter denselben Umständen angenommen worden sei.