Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «verwijzende rechtscollege vraagt meer » (Néerlandais → Allemand) :

Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna : de wet van 15 december 1980), in samenhang gelezen met artikel 40ter van diezelfde wet, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de buitenlandse onderdaan met wie een Belg overeenkomstig een wet een ge ...[+++]

Das vorlegende Rechtsprechungsorgan fragt, ob Artikel 40bis § 2 Absatz 1 Nr. 2 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern (nachstehend: Gesetz vom 15. Dezember 1980) in Verbindung mit Artikel 40ter desselben Gesetzes vereinbar sei mit den Artikeln 10, 11 und 191 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern ein ausländischer Staatsangehöriger, mit dem ein Belgier eine registrierte Partnerschaft geschlossen habe, nur als ein Familienmitgli ...[+++]


Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel I. 3, 69°, g), van de Codex Hoger Onderwijs, gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2013 tot codificatie van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs (hierna : Codex Hoger Onderwijs), bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat (kandidaat-) studenten geen beroepsmogelijkheid bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen (hierna : de Raad) hebben tegen een beslissing waarbij het voor de eerste ...[+++]

Das vorlegende Rechtsprechungsorgan fragt, ob Artikel I. 3 Nr. 69 Buchstabe g) des Kodex des Hochschulwesens, koordiniert durch Erlass der Flämischen Regierung vom 11. Oktober 2013 zur Kodifikation der Dekretsbestimmungen über das Hochschulwesen (nachstehend: Kodex des Hochschulwesens), vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem (angehende) Studenten keine Beschwerdemöglichkeit bei dem Rat für Streitsachen über Studienfortgangsentscheidungen (nachstehend: der Rat) gegen eine Entscheidung hä ...[+++]


Het verwijzende rechtscollege vraagt of het bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat de gebouwen van de Kamer van volksvertegenwoordigers die noodzakelijk zijn voor of inherent verbonden zijn met de werkzaamheden van de Kamer van volksvertegenwoordigers onderworpen zijn aan de gewestbelasting die bij de ordonnantie van 23 juli 1992 is ingevoerd, terwijl de gebouwen bedoeld bij de in het geding zijnde bepaling daarvan zijn vrijgesteld.

Das vorlegende Rechtsprechungsorgan fragt, ob es mit dem durch die Artikel 10 und 11 der Verfassung gewährleisteten Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung vereinbar sei, dass die Gebäude der Abgeordnetenkammer, die für die Tätigkeiten der Abgeordnetenkammer notwendig seien oder untrennbar damit verbunden seien, der durch die Ordonnanz vom 23. Juli 1992 eingeführten Regionalsteuer unterlägen, während die Gebäude im Sinne der fraglichen Bestimmung davon befreit seien.


Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met artikel 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het « een rechtsonderhorige, die desgevallend zijn bereidheid te kennen gaf de aan een ander veroorzaakte schade te vergoeden en ten aanzien van wie de strafvordering is ingesteld, geen toegang [geeft] tot de rechter om de eenzijdige, niet tegensprekelijke beslissing van het openbaar ministerie tot weigering van een minnel ...[+++]

Das vorlegende Rechtsprechungsorgan fragt, ob Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches mit Artikel 13 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei, insofern er « [einem Rechtsunterworfenen], der gegebenenfalls seinen Willen geäußert hat, den einem anderen zugefügten Schaden wiedergutzumachen, und gegen den die Strafverfolgung eingeleitet wurde, keinen Zugang zum Gericht [gewährt], um den einseitigen und nicht kontradiktorischen Beschluss der Staatsanwaltschaft zur Verweigerung eines Vergleichs auf ausreichende, wirksame und inhaltliche Weis ...[+++]


Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met artikel 12, tweede lid, in fine, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het openbaar ministerie, na het instellen van de strafvordering, « rechtsonderhorigen, die desgevallend hun bereidheid te kennen gaven de aan een ander veroorzaakte schade te vergoeden, al dan niet een verzoek tot minnelijke schikking kan doen zond ...[+++]

Das vorlegende Rechtsprechungsorgan fragt, ob Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches mit Artikel 12 Absatz 2 in fine der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit deren Artikeln 10 und 11 und mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, vereinbar sei, indem die Staatsanwaltschaft nach erfolgter Einleitung der Strafverfolgung « Rechtsunterworfenen, die gegebenenfalls ihren Willen geäußert haben, den einem anderen zugefügten Schaden wiedergutzumachen, einen Vergleich vorschlage ...[+++]


De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, 2°, van de VCRO, en meer specifiek het criterium dat « het perceel [...] stedenbouwkundig [...] voor bebouwing in aanmerking [moet] komen », in die zin geïnterpreteerd dat met het « stedenbouwkundig beleid » van het bestuur rekening wordt gehouden om te bepalen of een grond in aanmerking komt voor een planschadevergoeding, zelfs indien het gaat om een grond die op basis van de vigerende bestemming en wettelijke normen in aanmerking komt voor bebouwing en die voldoet aan de voorwaarde ...[+++]

Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob Artikel 2.6.1 § 3 Absatz 1 Nr. 2 des Flämischen Raumordnungskodex, und insbesondere das Kriterium, dass « die Parzelle [...] in städtebaulicher [...] Hinsicht zur Bebauung geeignet sein [muss] », in dem Sinne ausgelegt, dass die « Städtebaupolitik » der Verwaltung berücksichtigt werden müsse, um festzulegen, ob ein Grundstück für eine Entschädigung für Planschäden in Frage komme, selbst wenn es sich um ein Grundstück handele, das auf der Grundlage der geltenden Zweckbestimmung und Gesetzesnormen für eine Bebauung in Frage komme und die Bedingungen für eine « objektive Bebaubarkeit ...[+++]


De Ministerraad heeft het Hof een « memorie » toegestuurd waarin hij zich ertoe beperkt te verwijzen naar het standpunt dat hij « onder meer » heeft verdedigd in vijf zaken, geïdentificeerd door het rolnummer ervan, waarin de eisende partij voor het verwijzende rechtscollege geen partij was.

Der Ministerrat hat dem Gerichtshof einen « Schriftsatz » zukommen lassen, in dem er sich darauf beschränkt, auf den Standpunkt zu verweisen, den er « insbesondere » in fünf durch anhand ihrer jeweiligen Geschäftsverzeichnisnummer identifizierten Rechtssachen vertreten hat, an denen die vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan klagende Partei nicht als Partei beteiligt war.


Hieraan wordt geen gedaan afbreuk gedaan door het gegeven, benadrukt door de appellante voor het verwijzende rechtscollege, dat het begrip arbeidsovereenkomst in de loop der jaren is geëvolueerd en niet meer dezelfde draagwijdte heeft als ten tijde van de totstandkoming van de RSZ-Wet, noch door het gegeven dat de wetgever intussen maatregelen heeft genomen om het fenomeen van de schijnzelfstandigheid te bestrijden.

Dies wird nicht beeinträchtigt durch den von der Berufungsklägerin vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan hervorgehobenen Umstand, dass der Begriff des Arbeitsvertrags sich im Laufe der Jahre entwickelt hat und nicht mehr die gleiche Tragweite wie zum Zeitpunkt der Entstehung des LASS-Gesetzes hat, und ebenfalls nicht durch den Umstand, dass der Gesetzgeber inzwischen Maßnahmen ergriffen hat, um das Phänomen der Scheinselbstständigkeit zu bekämpfen.


Het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil heeft betrekking op een beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling waarbij bepaalde stukken uit het dossier nietig worden verklaard en wordt geoordeeld dat die stukken niet meer door de partijen mogen worden aangewend in de verdere rechtspleging, terwijl de inverdenkinggestelden die stukken wensen aan te wenden voor hun verdediging.

Die vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache betrifft eine Entscheidung der Anklagekammer, mit der bestimmte Aktenstücke für nichtig erklärt werden und geurteilt wird, dass diese Aktenstücke nicht mehr durch die Parteien im weiteren Verfahren verwendet werden dürfen, während die Beschuldigten diese Aktenstücke zu ihrer Verteidigung verwenden möchten.


In een eerste onderdeel vraagt het verwijzende rechtscollege het Hof of de mogelijkheid, voor vergunningen met betrekking tot onroerende goederen gelegen in een stedelijke verkavelingsomtrek (hierna : SVO), om af te wijken van het gewestplan, het gemeentelijk plan van aanleg, het gemeentelijk stedenbouwkundig reglement en het rooiplan, zonder te moeten voldoen aan de voorwaarden waarin met name de artikelen 110 tot 114 van het WWROSPE voorzien, in overeenstemming is met de voormelde grondwetsbepalingen.

In einem ersten Teil befragt das vorlegende Rechtsprechungsorgan den Gerichtshof dazu, ob es den vorerwähnten Verfassungsbestimmungen entspreche, wenn man für Genehmigungen in Bezug auf unbewegliche Güter, die sich innerhalb eines Umkreises für städtische Flurbereinigung (nachstehend: USF) befänden, vom Sektorenplan, vom kommunalen Raumordnungsplan, von der kommunalen Städtebauordnung und dem Fluchtlinienplan abweichen könne, ohne die Bedingungen einhalten zu müssen, die insbesondere in den Artikeln 110 bis 114 des WGBRSEE vorgesehen seien.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verwijzende rechtscollege vraagt meer' ->

Date index: 2023-01-28
w