4. Hoofden van de delegaties van de Unie die overeenkomstig artikel 56, lid 2, als gesubdelegeerd ordonnateur optreden, beantwoorden elk verzoek van de gedelegeerd ordonnateur van de Commissie, hetzij op verzoek van de Commissie of, in het kader van de kwijtingsprocedure, op verzoek van het Europees Parlement.
(4) Leiter von Delegationen der Union, die gemäß Artikel 56 Absatz 2 als nachgeordnet bevollmächtigte Anweisungsbefugte tätig sind, leisten jedwedem Ersuchen des bevollmächtigten Anweisungsbefugten der Kommission Folge, sei es auf Antrag der Kommission selbst oder – im Zusammenhang mit der Entlastung – auf Antrag des Europäischen Parlaments.