Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «verzoekende partij betoogt voorts » (Néerlandais → Allemand) :

De verzoekende partij betoogt voorts, in het eerste middel, dat de bestreden bepaling op onevenredige wijze afbreuk doet aan het recht op eerbiediging van het privéleven van de betrokken belastinplichtige.

Die klagende Partei führt ferner im ersten Klagegrund an, dass die angefochtene Bestimmung auf unverhältnismäßige Weise das Recht auf Achtung des Privatlebens des betreffenden Steuerpflichtigen verletze.


De verzoekende partij betoogt in essentie dat artikel 17 de opdracht van de elektriciteits- en gasdistributienetbeheerders en die van de regionale regulatoren op tariefvlak onmogelijk uit te voeren zou maken en is van mening dat de wetgever rekening had moeten houden met de bijzondere aard van de opdracht die zij uitvoert in het kader van een door de Staat gewild monopolie, namelijk het beheer van een elektriciteitsdistributienet.

Die klagende Partei führt im Wesentlichen an, dass Artikel 17 die Ausführung des Auftrags der Elektrizitäts- und Gasverteilungsnetzbetreiber sowie des Auftrags der regionalen Tarifregulierungsbehörden unmöglich mache, und sie ist der Auffassung, dass der Gesetzgeber die besondere Beschaffenheit des Auftrags, den sie im Rahmen eines durch den Staat gewollten Monopols ausführe, nämlich die Verwaltung eines Elektrizitätsverteilungsnetzes, hätte berücksichtigen müssen.


De verzoekende partij voert voorts aan dat de adviserende geneesheren ten onrechte anders zouden worden behandeld dan artsen die zowel in een ziekenhuis als in een eigen praktijk werken, en die in het ziekenhuis hun honorarium beperken tot de bedragen die zijn vermeld in de in artikel 50 van de ZIV-Wet bedoelde akkoorden, maar in hun eigen praktijk niet geconventioneerd zijn.

Die klagende Partei macht ferner geltend, dass die Vertrauensärzte zu Unrecht anders behandelt würden als Ärzte, die sowohl in einem Krankenhaus als auch in ihrer eigenen Praxis tätig seien, und die im Krankenhaus ihr Honorar auf die in den in Artikel 50 des KIV-Gesetzes erwähnten Vereinbarungen vorgesehenen Beträge begrenzten, in ihrer Praxis aber den Vereinbarungen nicht beigetreten seien.


Verzoekende partij betoogt dat het handelen van het ERCEA in meerdere opzichten het transparantiebeginsel schendt.

Die Klägerin trägt vor, dass das Vorgehen der ERCEA in mehrfacher Hinsicht gegen den Transparenzgrundsatz verstoße.


De verzoekende partij betoogt ook dat de bestreden bepaling niet voldoende duidelijk zou zijn wat de daarin voorgeschreven termijnen betreft.

Die klagende Partei führt ferner an, dass die angefochtene Bestimmung nicht deutlich genug in Bezug auf die darin vorgeschriebenen Fristen sei.


In het eerste onderdeel van het eerste middel betoogt de verzoekende partij dat het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt geschonden doordat het afschaffen van de diplomabonificatie leidt tot een identieke behandeling van vastbenoemde ambtenaren uit de overheidssector en contractuele werknemers uit de privésector, terwijl het volgens haar gaat om duidelijk onderscheiden categorieën van personen, die zowel geldelijk als op andere vlakken aan wezenlijk verschillende regelingen zijn onderworpen, zodat beide categorieën verschillend zouden moeten worden behandeld.

Im ersten Teil des ersten Klagegrunds führt die klagende Partei an, dass gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstoßen werde, da die Abschaffung der Diplombonifikation zu einer identischen Behandlung von endgültig ernannten Beamten aus dem öffentlichen Sektor und vertraglichen Arbeitnehmern aus dem Privatsektor führe, während es sich ihrer Auffassung nach um deutlich unterschiedliche Kategorien von Personen handele, die sowohl in finanzieller Hinsicht als auch in anderen Bereichen wesentlich unterschiedlichen Regelungen unterlägen, sodass die beiden Kategorien unterschiedlich behandelt werden müssten.


In het vierde middel in de zaak nr. 6279 betoogt de verzoekende partij, een burgerlijk ingenieur die werkzaam is in een autonome onderneming van publiek recht, dat de artikelen 2, 3, 6 en 7 van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden doordat zij een discriminatie zouden teweegbrengen tussen ambtenaren onderling, naargelang voor hun benoeming al dan niet een diploma vereist was; ambtenaren die op achttienjarige leeftijd als ambtenaar zijn beginnen te werken, zouden immers op de ...[+++]

Im vierten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6279 führt die klagende Partei, ein Zivilingenieur, der bei einem autonomen Betrieb öffentlichen Rechts arbeitet, an, dass die Artikel 2, 3, 6 und 7 des angefochtenen Gesetzes gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstießen, da sie zu einer Diskriminierung zwischen Beamten untereinander führten, je nachdem, ob für ihre Ernennung ein Diplom erforderlich gewesen sei oder nicht; Beamte, die im Alter von 18 Jahren als Beamter zu arbeiten begonnen hätten, würden nämlich im Alter von 61 Jahren die Vorruhestandspension antreten können mit einem Dienstalter von 43 Jahren, währe ...[+++]


De verzoekende partij betoogt dat zij door de bestreden bepaling rechtstreeks en ongunstig zou worden geraakt, doordat de regularisatieheffing, na betaling ervan, definitief door de Schatkist zou zijn verworven en bijgevolg niet langer aanvechtbaar zou zijn, terwijl de verzoekende partij, vóór de bestreden wetswijziging, een procedure bij de rechtbank heeft ingeleid, waarbij de door haar betaalde regularisatieheffing wordt betwist.

Die klagende Partei behauptet, sie sei unmittelbar und in ungünstigem Sinne von der angefochtenen Bestimmung betroffen, indem die Regularisierungsabgabe nach deren Bezahlung endgültig der Staatskasse zufalle und demzufolge nicht mehr anfechtbar sei, während die klagende Partei vor der angefochtenen Gesetzesänderung ein Verfahren vor Gericht eingeleitet habe, in dem die von ihr entrichtete Regularisierungsabgabe beanstandet werde.


De verzoekende partij in de zaak nr. 6366 betoogt dat er al een federale bijdrage bestaat op het elektriciteitsverbruik, en dat het Vlaamse Gewest op dat verbruik geen nieuwe belasting mag heffen.

Die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6366 führt an, dass bereits ein föderaler Beitrag auf den Stromverbrauch bestehe und dass die Flämische Region auf diesen Verbrauch keine neue Steuer erheben dürfe.


De verzoekende partij betoogt dat artikel 1 van het bestreden decreet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre het, in het achtste streepje, de enkele privaatrechtelijke verenigingen en stichtingen erkend als openbare bibliotheken beoogt en bijgevolg de verzoekende partij, die een federatie van bibliotheken en bibliothecarissen is (die erkend is en als dusdanig door de Franse Gemeenschap toegekende subsidies geniet) uitsluit van de toepassingssfeer van het bestreden decreet en haar aldus de subsidi ...[+++]

Die klagende Partei führt an, Artikel 1 des angefochtenen Dekrets verstosse gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, da darin im achten Gedankenstrich nur Vereinigungen und Stiftungen des privaten Rechts, die als öffentliche Bibliotheken anerkannt seien, vorgesehen seien und folglich die klagende Partei, die ein Verband von Bibliotheken und Bibliothekaren sei (der anerkannt sei und als solcher Subventionen der Französischen Gemeinschaft erhalte) vom Anwendungsbereich des angefochtenen Dekrets ausgeschlossen werde, so dass ihr die darin vorgesehenen Subventionen vorenthalten würden, während die obenerwähnten Vereinigungen und Stiftunge ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'verzoekende partij betoogt voorts' ->

Date index: 2022-12-21
w