In zijn arrest nr. 70.159 van 10 december 1997 stelt de Raad van State weliswaar : « de verzoeker spreekt zich tegen wanneer hij, enerzijds, uiteenzet dat zowel de tussenliggende als de uiteindelijke doelstelling niet zal worden bereikt en, anderzijds, dat op het ogenblik van een eventueel vernietigingsarrest, het contingent afgevloeiden bereikt zal zijn zodat een dergelijke vernietiging symbolisch zou zijn ».
In seinem Urteil Nr. 70. 159 vom 10. Dezember 1997 erkläre der Staatsrat zwar: « Der Kläger widerspricht sich, wenn er einerseits darlegt, dass weder das Zwischenziel noch das Endziel erreicht werde, und andererseits, dass zum Zeitpunkt eines etwaigen Nichtigkeitsurteils das Kontingent der Abgänger erreicht sein werde, so dass eine solche Nichtigerklärung symbolisch sein werde ».