De verzoekers getuigen volgens de Ministerraad van « een onbegrijpelijke korte termijnvisie », daar zonder alternatieve financiering voor de sociale zekerheid de diamantnijverheid ten onder zou gaan, hetgeen de positie van Antwerpen als wereldcentrum voor de diamant zou ondermijnen en ook de handelaars veel meer zou schaden dan de relatief bescheiden bijdrage die zij thans aan het fonds moeten betalen.
Die Kläger legten nach Auffassung des Ministerrates « eine unbegreiflich kurzsichtige Betrachtungsweise » an den Tag, da die Diamantindustrie ohne Alternativfinanzierung der sozialen Sicherheit untergehen würde, was die Stellung von Antwerpen als Weltdiamantzentrum untergraben und auch den Händlern mehr schaden würde als der relativ bescheidene Beitrag, den sie nun an den Fonds zahlen müssten.