Dat verzoekschrift vermeldt, op straffe van nietigheid, « de naam, de voornaam, de woonplaats en, in voorkomend geval, de hoedanigheid van de persoon die moet worden opgeroepen » (artikel 1034ter, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek) en wordt « in zoveel exemplaren als er betrokken partijen zijn, [.] gezonden » (artikel 1034quinquies van het Gerechtelijk Wetboek).
Dieser Antrag enthält bei Strafe der Nichtigkeit « den Namen, den Vornamen, den Wohnsitz und gegebenenfalls die Eigenschaft der vorzuladenden Personen » (Artikel 1034ter Nr. 3 des Gerichtsgesetzbuches) und wird « in der gleichen Anzahl Exemplare, wie es Verfahrensparteien gibt, zugesandt » (Artikel 1034quinquies des Gerichtsgesetzbuches).