Het bestrijden van het decreet van 15 juli 1997 voor het Hof lijkt verzoekster evenwel overbodig te zijn, omdat de afwijkingsmogelijkheid zonder voorwerp is wanneer aan het concept eindtermen en ontwikkelingsdoelen een inhoud wordt gegeven die strookt met artikel 24, § 1, van de Grondwet, zoals die bepaling door het Hof werd geïnterpreteerd.
Nach Ansicht der Klägerin sei eine Anfechtung des Dekrets vom 15. Juli 1997 vor dem Hof jedoch überflüssig, da die Möglichkeit der Abweichung gegenstandslos sei, wenn das Konzept der Endziele und Entwicklungszielsetzungen einen mit Artikel 24 § 1 der Verfassung übereinstimmenden Inhalt erhalte, so wie diese Bestimmung vom Hof ausgelegt worden sei.