In dit verband voeren verzoeksters onder meer aan dat de verplichtingen van Hidroelectrica ten aanzien van vermeende begunstigden reeds in de vóór de toetreding gesloten leveringscontracten voor elektriciteit zo ondubbelzinnig waren vastgelegd, dat een latere uitbreiding van de verplichting van Hidroelectrica, die tot een bijkomende bevoordeling had kunnen leiden, was uitgesloten.
Die Klägerinnen tragen in diesem Zusammenhang unter anderem vor, dass die Verbindlichkeiten von Hidroelectrica gegenüber den angeblich Begünstigten bereits in den vor dem Beitritt abgeschlossenen Stromlieferverträgen so eindeutig festgelegt worden seien, dass eine nachträgliche Ausweitung der Leistungspflicht von Hidroelectrica, die zu einer zusätzlichen Begünstigung hätte führen können, auszuschließen war.