P. overwegende dat het Europees Parlement in zijn resolutie van 15 december 2010 over de situatie van de grondrechten in de Europese Unie (2009) - effectieve tenuitvoerlegging na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon , heeft aangedrongen op een „follow-up bij de mededeling uit 2003 over artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie om een transparante en coherente manier vast te leggen om mogelijke schendingen van de mensenrechten aan te pakken en om artikel 7 van het VEU op pertinente wijze te gebruiken op basis van de nieuwe structuur met betrekking tot de grondrechten”;
P. in der Erwägung, dass das Europäische Parlament in seiner Entschließung vom 15. Dezember 2010 über die Lage der Grundrechte in der Europäischen Union (2009) und die wirksame Umsetzung nach Inkrafttreten des Vertrags von Lissabon ein Tätigwerden im Sinne der Mitteilung aus dem Jahr 2003 zu Artikel 7 des Vertrags über die Europäische Union fordert, um ein transparentes und schlüssiges Vorgehen bei möglichen Menschenrechtsverletzungen festzulegen und Artikel 7 EUV auf der Grundlage der neuen Grundrechte-Architektur entsprechend anzuwenden;