28. onderstreept dat subsidies voor universele diensten voldoende gerechtvaardigd en niet-discriminerend moeten zijn, en dat zij moeten worden toegewezen via een transparante tenderprocedure, niet in de laatste plaats om de exploitanten met de beste technologische oplossingen aan te moedigen universele diensten te verlenen;
28. besteht darauf, dass Mittel für den Universaldienst ordnungsgemäß begründet sein müssen, keinen diskriminierenden Charakter haben dürfen und mit Hilfe transparenter Ausschreibungsverfahren vergeben werden müssen, nicht zuletzt, um jene Betreiber zu unterstützen, die über die geeignetsten technischen Lösungen zur Bereitstellung von Universaldiensten verfügen;