17. wijst de lidstaten erop dat filmhuizen een belangrijke rol kunnen spelen bij beeldopvoeding, zowel binnen school als via extra-curriculaire activiteiten; wijst in dit verband ook op de educatieve functie die een Pan-Europees Kindernet zou kunnen hebben, dat de uitzending van de betere kinderfilms zou moeten verzorgen in de afzonderlijke lidstaten en in de kandidaat-lidstaten;
17. weist die Mitgliedstaaten darauf hin, dass experimentelles Kino bei der audiovisuellen Bildung eine wichtige Rolle spielen können, sowohl in der Schule als auch im Rahmen außerschulischer Aktivitäten; verweist in diesem Zusammenhang auch auf die Bildungsfunktion, die einem Gesamteuropäischen Kindernetzwerk zukommen könnte, das sich um die Ausstrahlung besserer Kinderfilme in den einzelnen Mitgliedstaaten und in den Beitrittsländern kümmern sollte;
